Strips

Grensverleggend werk van Alberto Breccia eindelijk goed ontsloten 

Alberto Breccia (1919-1993) is een van die stripauteurs waar andere tekenaars hoog van opgeven, maar die bij het grote publiek nagenoeg onbekend is. Daarvoor is het werk van deze Argentijn te afwijkend van wat er doorgaans in de winkels ligt. En hoewel zijn oeuvre omvangrijk is, is er in het Nederlands amper iets van hem verschenen.

De Amerikaanse uitgeverij Fantagraphics probeert zijn werk te behoeden voor de vergetelheid met de een paar jaar geleden gestarte Alberto Breccia Library, een gedurfde poging om al zijn werk in het Engels uit te geven. Onlangs verscheen het vijfde deel in die serie: Life of Che. Het is een verstripte biografie van de revolutionair Ernesto ‘Che’ Guevara, toevallig een van de weinige strips van Breccia die ook ooit in het Nederlands verschenen is. In 2011 verscheen het album al in vertaling bij uitgeverij Silvester.

Life of ChéBreccia maakte dit album samen met zijn zoon Enrique (van wie dertig jaar geleden het album Aguirre bij uitgeverij Blitz verscheen) en scenarist Héctor Oesterheld. Het album speelt zich af in 1967 als Guevara in Bolivia zijn einde voelt naderen. In dit kleurloze album neemt zoon Enrique de passages in Bolivia voor zijn rekening in een rauwe clair-obscur zonder grijstinten. Vader Alberto tekent voor de flashbacks in een iets realistischer stijl. Na de militaire staatsgreep in Argentinië werd de oplage van de strip vernietigd. Oesterheld (die behalve met Breccia ook samenwerkte met Hugo Pratt, onder andere aan de oorlogsstrip Ernie Pike) is een van de duizenden dissidenten die verdween tijdens de militaire junta. Vermoedelijk stierf hij kort na zijn verdwijning in 1977. Breccia moest zich gedeisd houden na doodsbedreigingen. Eind jaren ‘80 bracht een Spaanse uitgever deze verloren gewaande strip weer terug op de markt. Life of Che is alleen al om die historische achtergrond een boeiend album.

Mort CinderArtistiek gezien zijn de eerdere delen van de Breccia Library echter interessanter. Om te beginnen met het eerste deel uit deze collectie: Mort Cinder, een fantasystrip met de nodige horrorelementen die Breccia ook maakte met Oesterheld. Het eerste verhaal is onder de titel Loden Ogen in 1988 verschenen bij uitgeverij Zet.El. Maar in deze engelstalige bundel staan ook de andere Mort Cinder-verhalen.

Hoofdpersoon Mort Cinder is een mysterieuze figuur die na zijn dood telkens weer tot leven komt. Hij is loopt op die manier al vele eeuwen op de aarde rond en zijn verhalen stonden begin jaren ‘60 in een Argentijns fantasyblad. De scenario’s ademen de sfeer van de strips zoals die in de jaren ‘50 verschenen bij EC Comics: een vleugje mysterie, een beetje horror en onverwachte plotwendingen. Zeg maar een voorloper van de populaire tv-serie The Twilight Zone maar dan op papier. Breccia leeft zich hier op uit als tekenaar. In een fel realistische tekenstijl, maar dan met een eigen twist vol verwrongen poses van de personages en harde zwart-wit contrasten.

The EternautBreccia gaf met de Mort Cinder-verhalen zijn visitekaartje af. Grafisch zette hij die lijn door in The Eternaut uit 1969. Het is een remake van een populaire sciencefiction-strip die Oesterheld in de jaren ‘50 maakte voor tekenaar Fransisco Solano López. El Eternauta gaat over een groep inwoners van Buenos Aires die probeert te overleven nadat giftige sneeuw de stad heeft bedekt. Het blijkt al snel dat de sneeuw het gevolg is van een buitenaardse invasie. Ze bevechten de buitenaardse wezens en ontsnappen uiteindelijk in een van hun ruimtevaartuigen, maar dan gaat er iets mis.

De strip was mateloos populair, maar dat gold niet voor de remake die Oesterheld maakte met Breccia. In deze versie uit 1969 was het verhaal gewelddadiger en had een meer politieke boodschap. Het was niet moeilijk in het verhaal een aanklacht te lezen tegen Zuid-Amerikaanse dictaturen en het Noord-Amerikaanse imperialisme. Oesterheld was behalve stripscenarist ook een uitgesproken linkse journalist. De publicatie van zijn nieuwe versie van El Eternauta werd voortijdig stopgezet, waardoor er abrupt een einde aan moest worden gemaakt. Desalniettemin is deze uitgave de moeite waard. Het verhaal is zwanger van onderhuidse dreiging en Breccia’s expressionistische realisme staat na al die jaren nog als een huis.

PerramusDe antimilitaristische boodschap ligt er dikker bovenop in Perramus: the city and oblivion. Deze strip is grafisch het absolute hoogtepunt uit Breccia’s oeuvre. In vormloze grijstinten en donkere vegen zet hij een absurdistische wereld op papier waarin de naamloze hoofdpersoon moet zien te overleven.

Breccia en scenarist Juan Sasturain begonnen aan de strip kort nadat in Argentinië de militaire junta aan zijn eind kwam. De strip verscheen in 1985 in het Argentijnse blad Fierro en leest als een grote aanklacht tegen despotisme en doorgeschoten kapitalisme. De hoofdpersoon is een dissident die op de vlucht is voor een militaire dictatuur (zoals Zuid-Amerika die niet alleen kende in Argentinië maar ook in Chili en enkele Midden-Amerikaanse landen). Hij verliest zijn geheugen en noemt zichzelf Perramus, naar het merk van de jas die hij aanheeft. Op zijn vlucht komt hij op een eiland met een soort marionettenregering die strijd tegen een denkbeeldige vijand en waar niets is wat het lijkt. Zijn eerste kennismaking in dit nieuwe land, waar hij op een filmset terecht komt waar trailers worden opgenomen van films die nooit zullen uitkomen, zet meteen de toon. Alles aan Perramus is een grote allegorie van het Latijns-Amerika in die dagen, zoals Sasturain en Breccia het verafschuwen. Het verhaal doet denken aan een boek van Jorge Luis Borges. Dat die schrijver ook als personage opduikt in Perramus is dan ook geen toeval.

DraculaHeel wat lichter van toon is het vierde deel van de Breccia-library dat vorig jaar verscheen: Dracula. Het is een bundeling van tekstloze, komische verhalen die Breccia maakte vlak voor hij aan Perramus begon. De tekenstijl is vergelijkbaar, met dat verschil dat Dracula in felle kleuren is gemaakt en Perramus in zwart-wit. In deze verhalen is de beroemde vampier een stuntelige figuur die het aflegt tegen (hoe kan het ook anders bij Breccia) militairen in industriëlen die veel beter zijn in het onderdrukken van de mensen. De overvolle tekeningen waarin Breccia de uitspattingen uitbeeldt waaraan zij zich overgeven, behoren tot zijn beste werk.

In de eerste vijf verschenen delen van de Breccia Library is zijn veelzijdigheid goed te zien. Breccia kiest nooit voor gebaande paden. In elk album probeert hij zijn expressionistische tekenstijl steeds een stukje verder te vernieuwen. Van Mort Cinder tot Perramus: telkens zoekt hij naar een nieuwe manier om primaire emoties als angst of woede zo veelzeggend mogelijk tot uitdrukking te brengen in zijn tekeningen.

Breccia had een volstrekt unieke manier van strips maken die nooit door anderen is gekopieerd. Hoewel geboren in Uruguay woonde hij vrijwel zijn hele leven in Argentinië. Al op zijn zeventiende werkte hij er als striptekenaar van allerlei avonturenstrips die de tand des tijds niet hebben doorstaan. Nadat hij een aantal jaar les ging geven aan de grafische academie in Buenos Aires, besloot hij rond 1960 zijn tekenpen weer op te pakken en samen te werken met Oesterheld. Het werk dat hij vanaf dan maakt, is grensverleggend. Zijn gebruik van zwart-wit of juist van alleen maar grijstinten, heel strakke lijnen of juist alleen maar contourloze vlakken: alles wat hij maakte stond in dienst van totale expressie. Hij werkte samen met scenaristen die minder begenadigd waren dan hij, al kan dat bijna ook niet anders. Maar wat ziet het eindresultaat er allemaal prachtig uit!PerramusHopelijk zet Fantagraphics het plan door om Breccia’s hele latere oeuvre uit te brengen. Juweeltjes als zijn bewerking van Edgar Allen Poe-verhalen en van Howard Phillips Lovecraft zijn nu alleen voor liefhebbers beschikbaar die het Spaans of Frans machtig zijn. Net als de kolderieke bewerkingen van enkele Grimm-sprookjes die hij maakte op scenario van Carlos Trillo of het indrukwekkende Rapport sur les aveugles dat uitgeverij Sherpa in een ver verleden van plan was uit te brengen. Zo wordt Breccia’s werk alsnog voor een breder publiek toegankelijk. Jammer alleen van de spuuglelijke omslagen met soms afzichtelijke pasteltinten, ze doen afbreuk aan het oogverblindende binnenwerk.

Alberto Breccia – The Alberto Breccia Library. Fantagraphics. Inmiddels vijf delen verschenen, met harde kaft, variërend in prijs van $ 19,99 tot $ 49,99