De duizendpoot begint met een hallucinante scène waarvan niet helemaal duidelijk is of het een droom is of de werkelijkheid. Een nest met kuiken drijft op de golven, een krab valt in een scheur in de grond, vissen liggen dood op het strand. Als de camera verder landinwaarts gaat, komen we in een tent terecht. De man die erin ligt te slapen wordt wakker, kijkt op de seismograaf opgesteld in zijn tent en ziet dat er zojuist een aardbeving of -schok heeft plaatsgevonden. (De vorige scène lijkt dus werkelijk gebeurd te zijn, maar gold dat ook voor de in zee dobberende hersens?) De man ritst zijn tent open en staart recht in de ogen van een hert dat er ijlings vandoor gaat. Het is midden in de nacht, maar hij besluit te vertrekken. Hij vult zijn rugzak met wat hij nodig denkt te hebben en gaat op pad.
Vanaf dat moment lezen we ook wat er in de man omgaat. Het is direct duidelijk dat hij gekweld wordt door iets uit zijn recente verleden. Hij voelt zich schuldig, twijfelt aan zichzelf, aan de rol die hij gespeeld heeft en deelt zijn twijfels en alle bijkomende emoties en opkomende vragen met een fictief persoon die blijkbaar een aandeel had in alle gebeurtenissen.
De rest van het boek is de man onderweg en vecht hij met zijn demonen. De openingsscène zet de toon; keer op keer vraag je je af of je getuige bent van iets dat echt gebeurt, of dat slechts een droom of hallucinatie is. Daarbij wordt voortdurend gestrooid met metaforen en surrealistische elementen. Uiteindelijk zul je ontdekken wat er in het verleden is gebeurd en waarom dit zo knaagt aan het geweten van het personage, maar het duurt even voor dit druppelsgewijs wordt prijsgegeven. Vroeg in het verhaal weet je nog niets en zijn al dit soort scènes maar moeilijk te plaatsen.
Wel direct duidelijk, is dat deze man geen feestneus is. Zijn monologen zijn compact, beklemmend en rijk gevuld met beeldspraak. Die zijn zonder uitzondering uit dik hout gesneden: “Ik voel me gedesoriënteerd. Alsof ik heen en weer getorst ben in een maalstroom die me nog dieper in de leegte van mijn eigen zijn heeft weten te zuigen.” Je kunt je afvragen of een maalstroom kan torsen. Zo vertillen de schrijvers zich wel vaker: “Ik bezit enkel nog een lek gepikt vlies dat ooit mijn ziel bijeen hield. Een soort nageboorte waar gestaag de laatste resten van mijn levenswil uitvloeien.” Lekker weghappen doet het allemaal niet.
Je krijgt het gevoel dat schrijvers Alexander Bartels en Phil van Dulm (op het omslag vermeld onder hun artiestennaam Wanderwelle, te beluisteren op o.a. Spotify, Bandcamp en Soundcloud) heel erg graag een verhaal à la Charles Burns wilden schrijven en daarbij alles uit de kast hebben gehaald. Het is echter allemaal zo zwaarmoedig en eendimensionaal, dat het zichzelf verstikt. Elke tekst, elke tekening, elke scène… alles wil gewichtig zijn. Het zit de ontwikkeling van het personage in de weg, maar ook de connectie tussen de lezer en het verhaal.
Wat het boek redt is dat het halverwege prijs gaat geven wat er precies gebeurd is en dat dat mysterie aan het eind volledig is opgelost. Die ontrafeling houdt de aandacht vast. De manier waarop Wanderwelle dit doet is knap. Nergens wordt letterlijk gezegd of getoond wat zich heeft afgespeeld, je moet het zelf bij elkaar puzzelen aan de hand van suggestie en toch ben je er aan het eind van overtuigd dat je het snapt. Met het mysterie opgelost, kun je het verhaal een tweede keer lezen, om te zien of je ditmaal wel alle scènes begrijpt.
Het verhaal is misschien knap geschreven, maar dat kan niet verhullen dat het diepgang mist. Nergens krijgt het de gelaagdheid of moraal die het werk van Charles Burns (of David Lynch, om nog eens een associatie te noemen) juist zo interessant maakt. En veel gekunstelde zinnen vol zware emoties verhelpen daar niets aan.
Een pluspunt zijn de tekeningen van Floor van het Nederend. Hotel Dorado, dat hij maakte met Pepijn Lanen, deed nog sterk denken aan klassieke underground – zwart-wit, gearceerd, een beetje trippy, niet helemaal stijlvast – maar met De duizendpoot heeft hij duidelijk een sprong voorwaarts gemaakt. Het oogt weliswaar nog steeds wat stijf en simplistisch en perspectief is niet zijn sterkste punt, maar de tekeningen zijn ook open, leesbaar en doorgaans consistent. Het is allemaal in balans met elkaar waardoor het toch overtuigt. De inkleuring doet daarbij veel goeds. Het kleurenpalet is beperkt, maar doeltreffend gebruikt en draagt bij aan de rust en leesbaarheid.
Alles bij elkaar schiet De duizendpoot net iets te kort, al hangt dat ongetwijfeld ook af van je persoonlijke voorkeur. Wie de zwaarmoedige dialogen geen bezwaar vindt en de ontrafeling van het mysterie voldoende, zal allicht meer plezier aan dit verhaal beleven dan iemand die op zoek gaat naar diepere lagen en een moraal. Het is te hopen dat er nog een derde boek (en samenwerking?) van Van het Nederend komt dat definitief meer potentie dan pretentie laat zien, zodat het enthousiasme unaniem kan zijn. Hij verdient het en volgens mij zit het er ook in.
Wanderwelle & Floor van het Nederend – De duizendpoot. Concerto Books. 148 pag. hardcover, kleur. € 29,99