Elsa-Charretier-header
Berichten

Striptekenaar Elsa Charretier biedt een fascinerende blik in de keuken door op YouTube filmscènes te verstrippen

De meeste stripmakers worden met een potloodje in de hand geboren en hebben er bij hun debuut al vele jaren noeste arbeid op zitten. Zoniet de française Elsa Charretier. Op haar 24e begreep ze dat haar gedroomde carrière als actrice er niet meer van ging komen. Ze legde zich neer bij een leven in loondienst en zakte in een depressie. Haar vriend Pierrick was intussen druk bezig met het uitstippelen van zijn eigen ambitieuze carrière… als stripscénarist. Hij stuurde een synopsis naar Charlie “Walking Dead” Adlard, die hem tot zijn verbazing vroeg of hij in twee weken een aantal pagina’s kon laten zien. Pierrick zei: “Ja, natuurlijk”, legde de telefoon neer en vroeg: “Elsa, denk je dat jij in twee weken kunt leren striptekenen?”

De meeste mensen zouden Pierrick waarschijnlijk vragen of hij het heel erg zou vinden zijn eigen stront op te ruimen, maar Charretier had het gevoel weinig te verliezen te hebben. Ze had nooit interesse gehad in strips, maar knutselde desondanks vijf pagina’s bij elkaar door collages te maken van overgetrokken werk. Adlard was niet overtuigd. Gelukkig zag hij wel voldoende sluimerend talent om op de hoogte te willen blijven en zo werd hij een jaar lang mentor van Charretier. Die besteedde zeven dagen per week aan het verbeteren van haar techniek, las stapels stripverhalen om te zien hoe anderen het deden en spitte eindeloos door secundaire literatuur om zich de theorie achter het stripmaken eigen te maken.

Elsa-CharretierVan al die inspanningen plukken wij nu de vruchten, want sinds kort heeft Charretier besloten haar kennis te delen op YouTube. En dat doet ze goed. Ze vertelt over haar persoonlijke ervaringen, interviewt andere stripmakers (Ed Brubaker en Amanda Connor), bespreekt werk van collega’s (bijvoorbeeld Daytripper), analyseert bijzondere scènes uit andere strips (Deadly Class, Batman: Year One) en verstript scènes uit films (Blade Runner, Jurrassic Park).

Bij dat laatste kiest ze een scène uit een film, legt ze uit wat de scène bijzonder maakt en wat ze daarvan wil terugzien in de strippagina. Ze schrijft hierbij steekwoorden op, maakt kleine infographics en schetst thumbnails. Vervolgens werkt ze haar ideeën ter plekke uit tot een geschetste strippagina. Het is fascinerend om te zien en geeft een uitstekende indruk van de hoeveelheid keuzes die een tekenaar heeft en wat die keuzes betekenen voor de manier waarop je als lezer het verhaal ervaart. Je begrijpt ineens hoe groot de invloed van een tekenaar is (of kan zijn) en waarom we hen in de stripwereld zien als co-auteur.

Als Charretier pagina’s van anderen bekijkt, schetst ze een alternatief en vertelt ze wat daarvan de gevolgen zijn. Hoe de leeservaring, maar ook de impliciete boodschap die in een scène verborgen zit, compleet kan veranderen door een schijnbaar willekeurige ingreep in de cameravoering, het vertelperspectief, of de pagina indeling.

Charretier kan inmiddels leven van haar stripwerk, al is ze zelden de leading artist in de series waaraan ze meewerkt. Als française werkt ze eigenlijk alleen aan Noord-Amerikaanse (superhelden)comics, wat op zich bijzonder is. De strip die Charretier en haar vriend Pierrick Colinet wilden maken kwam er overigens ook. Hij verscheen in 2014 onder de naam Infinite Loop en werd uitgegeven door IDW (en later in het Frans door Glénat). De tekenstijl doet sterk denken aan Darwin Cook en mist hier en daar nog wat finesse, maar als je weet dat de maakster twee jaar eerder nog geen potlood kon vasthouden, kijk je er toch met heel andere ogen naar.