Strips over historie zijn zowel aantrekkelijk als lastig. Het aantrekkelijke is natuurlijk dat je als lezer kunt opgaan in een wereld die je misschien een beetje kent, maar waarin je zelf niet leeft. Het lastige is dat de scenarioschrijver zich moet houden aan de geschiedenis om geloofwaardig te blijven. Zolang de personages geen historische betekenis hebben, heb je veel vrijheid: er is geen geschiedenisboek dat je zal corrigeren. Maar de historische context zal uitgelegd moeten worden en dat kan ten koste gaan van het verhaal. Vooral dat laatste probleem komt naar voren in Leed boven glorie, het eerste deel in de serie De glazen kroon.
Op het achterplat van het album wordt Karel V genoemd. In de Nederlandse geschiedenis duidt die naam op de vader van Filips II, maar hier wordt een andere Karel bedoeld die veel eerder leefde: Karel V van Frankrijk, ook wel Karel de Wijze genoemd.
We schrijven 1380 en bevinden ons middenin de Honderdjarige Oorlog, die eigenlijk bestond uit een reeks oorlogen. Het is een onoverzichtelijke tijd. Als Karel V overlijdt, is zijn zoon en opvolger, Karel VI, nog maar twaalf jaar oud. Drie broers van Karel, Lodewijk van Anjou, Jan van Berry en Filips de Stoute, dreigen gebruik te maken van het machtsvacuüm dat is ontstaan. Lodewijk van Anjou gaat er al gauw met het geld vandoor, zodat de jonge Karel belastingen moet gaan heffen. Maar gaat het volk dat pikken?
Karel wordt bijgestaan door Tanneguy de Châtel. Hij heeft contact met een stel straatschoffies, die veel dingen zien en horen die niet via de officiële kanalen te vernemen zijn. Deze Tanneguy is een historisch figuur, maar er is niet veel over hem bekend. Dat geeft schrijver France Richemond veel vrijheid. Het verhaal wordt door zijn ogen verteld, wat de geschiedenis voor de lezer makkelijker te verteren maakt.
De glazen kroon begint veelbelovend. Het tekenwerk van Tommaso Bennato is dik in orde en de inkleuring door Hugo Poupelin is fraai. De decors zijn vaak rijk aan details, zowel bij de binnen- als de buitenscènes, waardoor je je makkelijk verplaatst naar de 14e eeuw. Karel VI heeft een open blik en vrij grote ogen, wat hem sympathiek maakt. Als lezer leef je makkelijk mee met de twaalfjarige Karel.
Er moet wel heel veel uitgelegd worden in dit eerste deel. Sommige dialogen zijn alleen maar bedoeld als informatieverstrekking, waardoor ze weinig natuurlijk overkomen. Door al die informatie begint het verhaal nogal traag, maar later komt het aardig op gang.
De glazen kroon bevat overigens de voorgeschiedenis van De lemen troon, een zevendelige reeks, geschreven door dezelfde scenarist en eveneens verschenen bij uitgeverij Silvester. Ook dat verhaal draait om Karel VI en Tanneguy de Châtel, maar speelt zich bijna 40 jaar later af, aan het begin van de 15e eeuw. Het begint op het moment dat Karel VI zijn verstand verliest en het rijk in duigen valt.
Achter in dit eerste deel van De glazen kroon is een klein dossier opgenomen. Daarin wordt wat informatie over de geschiedenis gegeven en uitgelegd welke keuzes er gemaakt zijn in het scenario. Ook krijgen we meer informatie over Tanneguy, vinden we schetsen van enkele personages en van het omslag. Niet alleen leuk, maar het toont ook de zorgvuldigheid waarmee de uitgever de reeks lanceert. Dat schept verwachtingen voor toekomstige delen.