Als Jarri zijn volledige kudde dinosaurussen verliest door een onweersstorm, keert hij terneergeslagen terug naar de markt waar alle herders en nomaden zich verzamelen. Dat klinkt misschien als het begin van een prehistorische strip als Toenga of Rahan, maar Negalyod is toch echt sciencefiction. We bevinden ons minstens duizend jaar in de toekomst. Water is schaars en het landschap schraal met als voornaamste vegetatie taai gras, met hier en daar een boom. Dinosaurussen lijken de enige dieren te zijn die onder deze omstandigheden kunnen overleven. De onweersstorm die Jarri’s kudde doodde was artificieel, gecreëerd door een op hol geslagen, mobiele weermachine, gecontroleerd door de heersers in de stad. Hun beleid is dogmatisch, hun drijfveren ondoorgrondelijk en hun macht absoluut.
De maatschappij is opgedeeld in een drietal bevolkingsgroepen: we hebben de woestijnbewoners, zoals Jarri, de gewone stedelingen en de elite die woont in de luchtsteden die op hun kop boven het landschap zweven. In het midden van een van deze steden staat de toren, die hoog, zeer hoog en rank boven de stad uittorent. Zetelend in de spits, bevindt zich het Netwerk. Niemand weet wie of wat het Netwerk is, wat het precies wil en of het überhaupt bestaat, maar zeker is dat het aan de touwtjes trekt. Dus nadat hij zijn kudde heeft verloren en zich moed heeft ingedronken, besluit Jarri af te reizen naar de stad op zoek naar een sprankje gerechtigheid. Daar blijken meer mensen naar op zoek en voor Jarri het beseft is hij het middelpiunt van een opstand.
Negalyod voelt tot op zekere hoogte vertrouwd. De dystopische toekomst, het woestijnlandschap, de bizarre, overvolle steden, de haves en de have-nots en een protagonist van eenvoudige komaf die de strijd met de autoritaire machthebbers aangaat, doen allemaal denken aan de Incal-reeks van Jodorowsky en Moebius. Maar auteur Vincent Perriot blijkt creatief genoeg om de lezer snel los te weken van deze associatie. Dat blijkt al direct uit het gebruik van dinosaurussen, maar ook uit het feit dat Perriot zich liever met maatschappelijke thema’s bezighoudt dan spirituele en de invloed van het bovennatuurlijke graag vervangt door techniek. Zijn personages zijn ook minder grotesk dan die van Jodorowsky en de samenleving zit minder dogmatisch (om niet te zeggen fascistisch) in elkaar.
Perriot weet dat sciencefiction ook om fantasie en spektakel draait en kwijt zich van die taak. Hoe verder het verhaal komt, hoe meer mensen zich scharen aan de zijde van Jarri en hoe epischer het wordt. Jarri blijkt een echte held – stoer, introvert, vaardig, dapper, vechtend voor de goede zaak – die liever handelt dan praat en dat levert heel wat actiescènes op. Perriot brengt die kundig en breeduit in beeld en gooit als kers op de taart regelmatig een paginagrote tekening tussendoor om de lezer extra te overweldigen. De rijke wereld en het krankzinnige detail waarmee Perriot alles tekent, komen op het extra grote formaat goed tot hun recht.
Wat dat betreft zijn sciencefiction en strip voor elkaar gemaakt. Er kleven geen technische of budgettaire beperkingen aan wat je kunt verzinnen en omdat alles getoond wordt, zijn er geen ellenlange beschrijvingen nodig die de vaart halen uit het verhaal. Perriot maakt daar optimaal gebruik van en tekent op indrukwekkende wijze een verhaal dat pretentieloos genoeg is om heerlijk weg te happen en voldoende diepgang heeft om tot het eind te blijven boeien. Als het geheim van het Netwerk uiteindelijk wordt ontrafeld, krijgt het verhaal zelfs nog een interessante draai die rammelt aan de overtuigingen van de lezer. Heerlijke sf.
Vincent Perriot – Negalyod. Daedalus. 208 pagina’s, hardcover, kleur. € 35,95