Strips

Bouvaert: nep-biografie over nep-Rubens spot met hoogdravend gedoe over kunst

Elk nieuw project van Vlaming Simon Spruyt lijkt in niets op het vorige. Hij wisselt telkens van genre en van tekenstijl en daagt zichzelf zo uit nieuwe paden te verkennen. Van kinderstrip De furox, tot bijtende parodie met SFG of grotesk sprookje met Papa Zoglu. Het enige wat al die verschillende albums verbindt, is volstrekte originaliteit. Dat geldt ook voor Bouvaert, elegie voor een ezel.

‘Dit verhaal is fictie’, schrijft Spruyt in zijn voorwoord. ‘Elke overeenkomst met bestaande personages of gebeurtenissen berust op een spel met de historische gebeurtenissen die dit verhaal inspireerden.’ Het is een hoogdravende manier om de lezer duidelijk te maken dat het beschreven leven van hoofdpersoon Jan Bouvaert wel heel veel overeenkomsten vertoont met dat van Peter Paul Rubens, tot aan diens geboorte- en sterfjaar aan toe. Maar tevens geeft de hoogdravende toon van het voorwoord precies weer waar deze fictieve biografie van een barokschilder over gaat: neem dat wat de goegemeente als hoge kunst aanslaat niet al te serieus.

Spruyts nepbiografie kent eigenlijk twee hoofdpersonen: de broers Jan en Pieter Bouvaert. Jan is schilder aan het hof van de hertog van Mantua (net als Rubens ooit) en zijn oudere broer Pieter is filoloog (net als Rubens’ broer Philip). In alles voelt Philip zich de mindere. Terwijl Jan als kunstenaar in aanzien staat, moet hij sappelen door de kinderen van rijke handelaren in Antwerpen bijles in Latijn te geven. Het liefst zou hij ook een kunstenaar zijn, net als de oude Romeinse dichters wier werk hij doceert. En hij denkt daar ook een origineel idee voor te hebben: een lofdicht op een ezel, een alles behalve edel dier in de ogen van anderen. Maar helaas lopen Pieters pogingen telkens vast.

Ondertussen gaat de carrière van Jan crescendo. De belangrijkste reden voor zijn succes zijn de bevallige vrouwen die hij in zijn altaarstukken en schilderijen portretteert. Ze vallen zeer in de smaak bij de mannelijke opdrachtgevers. Net als zijn broer wil ook Jan de hogere kunsten dienen. Maar gaandeweg het verhaal komt hij meer en meer tot de conclusie dat het allemaal maar ijdelheid is.

In de sleutelscene van het album rekent Jan af met de droom van zijn broer Pieter. In een gesprek met zijn vrouw Isabella (zo heette Rubens’ eerste vrouw ook) zegt Jan dat paradoxale lofdichten niet meer zijn dan ‘amusant tijdverdrijf of retorische snoeverij’. ,,Kijk eens naar mij, ik kan zelfs stront in goud veranderen.’’ Uiteindelijk is dat ook hoe de schilder naar zijn eigen werk gaat kijken. En naar zichzelf. Want wie is er nu eigenlijk een ezel?

Bouvaert, elegie voor een ezel is geen humorstrip zoals Spruyts voorgaande werk. Het vertoont qua aanpak wel overeenkomsten met zijn voorgaande (en gelauwerde) album Junker, een Pruisische blues. Net als in dat album neemt Spruyt een historische werkelijkheid als uitgangpunt en zet die vervolgens naar zijn hand om een volstrekt uniek verhaal te vertellen. Hij doet dat dit keer in een tekenstijl zonder strakke contouren, zoals Rubens die overigens ook niet hanteerde.

Spruyt laat zich als stripmaker niet in een hokje vangen. Daardoor is elk nieuw werk weer een aangename verrassing. Bouvaert, elegie voor een ezel is daar geen uitzondering op.

Simon Spruyt – Bouvaert, elegie voor een ezel. Uitgeverij Blloan. 200 pagina’s hardcover. € 24,95