Strips

De ster van Jonathan Cartland rijst vanaf derde deel

Alles wat je aandacht geeft, wordt mooier. Een goed voorbeeld daarvan zijn de heruitgaven van de strip Jonathan Cartland. Dat is een uitgave op groot formaat, met een harde kaft en gedrukt op zwaar papier. Wanneer je deze uitgave vergelijkt met de oorspronkelijke albums zie je werelden van verschil.

De tekenaar, Michel Blanc-Dumont, houdt van het detail en gemakzucht is hem vreemd. Daar begint de aandacht. Daarbij heeft uitgeverij Sherpa met aandacht de uitgave verzorgd en dat roept, ten slotte, om de aandacht van de lezer. Die wil natuurlijk weten hoe de verhalen aflopen. Wie daarna rustig de tijd neemt om de prachtige tekeningen te bekijken ervaart pas werkelijk de schoonheid van deze strip.

Deel 1 en 2 werden uitgegeven zonder kleur, het derde en vierde deel zijn wel ingekleurd. Waarom is niet duidelijk, maar ik ben gelukkig met de inkleuring. Misschien omdat die me herinnert aan mijn oorspronkelijke leeservaring, toen ik de softcovers las in de jaren tachtig. Het tekenwerk van de onlangs verschenen delen 3 en 4 is net zo goed als de eerst twee delen, de verhalen zijn aanmerkelijk beter.

Deel 3 is De geest van Wah-Kee uit 1975, die in 1984 in het Nederlands verscheen. Jonathan ontmoet in de saloon enkele mannen die in een ruzie verzeild raken. De volgende ochtend zullen ze met de boot vertrekken. Op het laatste moment springt Cartland ook op de boot: hij heeft een verzoek gekregen om zich te begeven naar Fort Union, aangezien er een opstand van de Oglala’s dreigt. De hulp van Cartland is gewenst.

Dan ontrolt zich een soort detective: mensen worden omgebracht, er breekt een brand uit en de overlevenden lopen gevaar, onder wie Jonathan Cartland. Om te overleven zullen ze moeten uitzoeken wat er aan de hand is. Op de achtergrond, maar op beslissende momenten zeer aanwezig, is de geest van Wah-Kee, mogelijk de geest van een omgekomen indiaan.

Dat laatste is kenmerkend voor het werk van scenarioschrijver Laurence Harlé (1949-2005) die zeer geïnteresseerd was in de indiaanse cultuur. De indiaanse spiritualiteit speelt dan ook door De geest van Wah-Kee. In hoeverre dat waarheidsgetrouw is, kan ik niet beoordelen. Ik kan me voorstellen dat er ook sprake is van een zekere exotisering. In ieder geval staat Cartland altijd aan de kant van de indianen. Zij vormen nu eens niet de tegenstanders zoals zo vaak in westernverhalen.

Wie dat dan wel zijn, is nog best verrassend. In het slot volgt Cartland zijn rechtvaardigheidsgevoel, ook als dat pijnlijk is voor hem. Maar bij wat hij ook kiest, zal hij pijn ervaren. Juist die tragiek, die we ook al in eerdere delen zagen, maakt Jonathan Cartland interessant.

Ook in deel 4, De schat van de spinnenvrouw (1978/1984), zit die tragiek. Aan het slot wil Cartland iemand redden die niet gered wil worden. Als hij geheel alleen buiten staat, hoort hij in zijn hoofd de stem van een indiaan die eerder in het verhaal voorkwam: ‘Volg de weg van je ondergang.’ Die ondergang ligt bij Cartland vaak op de loer. In een eerder deel ging hij er ook bijna aan ten onder, rouwend om de dood van zijn vrouw.

Het is overigens wel vreemd dat Jonathan de indiaan deze uitspraak hoort doen. Het kan geen herinnering zijn, want eerder in het album heeft de indiaan dat alleen maar gedacht, wat overigens niet zo sterk is, omdat dat ineens een wisseling van vertelperspectief inhoudt.

Verder zit het verhaal goed in elkaar. Jonathan Cartland moet een gezelschap begeleiden dat op weg is naar een schat. Er is concurrentie, dus er moet haast gemaakt worden. Maar de opdrachtgever van Cartland is bepaald niet sympathiek en hij laat zijn oren nogal eens hangen naar een jonge vrouw die haar zin wil krijgen, ook als dat niet verstandig is.

Beide verhalen zijn met vaart verteld en zitten duidelijk beter in elkaar dan de twee eerdere delen. Het dossiergedeelte is aan de sobere kant: het is de tekst die al begon in deel 2, doorloopt in het derde en in deel 4 wordt afgerond. Verder wordt het dossier gevuld met een aantal fraaie tekeningen en dat is altijd prettig. In deel 4 staat bijvoorbeeld de oorspronkelijke covertekening van De schat van de spinne-vrouw waarachter het jaartal 1979 vermeld staat, hoewel ik in de veronderstelling was dat dat deel in 1978 verscheen. De tekening lijkt op de covertekening van de integrale heruitgave, maar is toch net anders. Leuk om te zien.

Michel Blanc-Dumont & Laurence Harlé – Jonathan Cartland 3 – De geest van Wah-Kee, Sherpa, 56 pagina’s hardcover. € 29,95
Michel Blanc-Dumont & Laurence Harlé – Jonathan Cartland 4 – De schat van de spinnenvrouw, Sherpa, 56 pagina’s hardcover. € 29,95