Strips

De Jonghs verhalen vanaf de achterbank zijn zalf voor de ziel

Hopelijk zijn we intussen opgehouden om Aimée de Jongh een talent te noemen. Dat stadium is zij al lang voorbij. Ze heeft intussen, naast de reeks Snippers, als heel wat op haar naam staan, zoals de graphic novels De terugkeer van de wespendief en Bloesems in de herfst. Haar nieuwste heet Taxi! en leest meteen als een Aiméeboek.

Bij de boeken van De Jongh zit je dicht op de personages. Natuurlijk zijn handelingen, gebeurtenissen, belangrijk, maar tijdens het lezen ontmoet je vooral personen. Die worden psychologisch goed gepeild, zonder dat ze uitgelegd worden, waardoor ze interessant blijven.

Achter alle verhalen is zoemt zachtjes een wereldbeeld mee, waarin mensen per definitie met vertrouwen en hoop tegemoetgetreden worden. In principe deugen mensen en dus kun je je ook aan die mensen laten zien. Bij Taxi! gebeurt dat door de verhalen van vier taxiritten (in Los Angeles, Jakarta, Washington DC en Parijs) door elkaar heen te snijden. Een personage dat duidelijk lijkt op de auteur stapt achter in de taxi. Er zijn verkeersproblemen, er zijn andere zaken die een taxirit niet gladjes laten verlopen, maar vooral is er vier keer een ontmoeting tussen wie ik voor het gemak maar de ‘ik’ noem en de taxichauffeur.

Die chauffeur kan open en benaderbaar zijn, of juist afstandelijk. Maar ook de ‘ik’ is niet elke keer hetzelfde, doordat ze die vier ritten in verschillende fasen van haar leven maakt. De ene keer heeft ze een periode met weinig contact achter de rug en zoekt ze een praatpaal, de andere keer is ze al meer gearriveerd als tekenaar en is ze wat zelfbewuster.

De chauffeurs worden nooit typen. Je denkt na een bladzijde te weten wat zo’n chauffeur voor iemand is, maar altijd blijkt er een diepere laag te zijn. Ook dat is gestoeld op het wereldbeeld dat uit de verhalen spreekt: mensen zijn complex en hebben allemaal hun eigen achtergrond en ieder mens verdient een kans en als hij die verprutst verdient hij een tweede kans.
Dat maakt haar boeken warm en menselijk. De open blik waarmee De Jongh anderen tegemoet treedt, is ook de blik waarmee ze naar zichzelf kijkt. Waarschijnlijk komt de ‘ik’, die een afsplitsing is, in grote lijnen met haarzelf overeen. Ze durft haar eigen ongemak of onhandigheid te zien en te laten zien en ontwapent daarmee de lezer.

Natuurlijk is ook Taxi! getekend in de vertrouwde, heldere stijl, deze keer in zwart-wit, net als bij De terugkeer van de wespendief. Bij de gezichten is er veel aandacht voor de mimiek. Die is altijd duidelijk, al is die ook wel eens een beetje dik aangezet. Er worden wel erg vaak ogen opgengesperd als zich een lichte verbijstering eigen maakt van het personage. Aan de andere kant past het ook wel bij het personage dat zich niet verbergt en openlijk uitkomt voor haar emoties. Personen die in de volle lengte getekend worden lijken bij de Jongh altijd aan de korte kant. Zelden tref je een lange slungel aan.

Taxi! eindigt met een epiloog, waarin de ‘ik’ op het vliegveld van L.A. een vriend ontmoet. Ze is blij om hem te zien: ‘Ik had even een bekend gezicht nodig.’ De vriend antwoordt: ‘Ja. Je zal hier wel eenzaam zijn. Of niet?’ Daarop zegt de ‘ik’: ‘Laten we gaan.’ Dat lijkt eenvoudig, maar het is een gelaagde scène. De lezer weet dat de ‘ik’ inderdaad een periode achter zich heeft waarin ze zich eenzaam voelde, maar blijkbaar wil ze dat niet tegen haar vriend zeggen. Misschien omdat ze de vriend er niet mee wil belasten, misschien omdat ze niet zich niet als eenzaam of als zwak wil laten zien.
Als de vriend een Uber wil bestellen, zegt de ‘ik’: ‘Ik heb een beter idee.’ De lezer weet waarom dat is. Dat is een mooie manier om de lezer te betrekken. Het geeft namelijk iets samenzweerderigs: de lezer en de ‘ik’ weten meer dan het andere personage.

Misschien is er in al het werk van Aimée de Jongh wel een soort streven naar intimiteit: tussen de personages, maar ook tussen de lezer en de personages. Het lijkt een pleidooi voor menselijkheid: zie de ander, zie jezelf. Mensen maken fouten en hebben hun gebreken, dat is nu eenmaal zo. Zie ze, maar vergeef ze, bij anderen maar ook bij jezelf.

Zo geformuleerd lijkt het alsof de verhalen van De Jongh een positieve preek bevatten, wat absoluut niet het geval is: ze vertelt een verhaal en nog goed ook en in dat verhaal gaan mensen met elkaar om op een natuurlijke en plausibele manier. Als argeloze lezer, lees je vlotjes het verhaal en geniet ervan. Daarin kom je wel in aanraking met mensen die met een begripvolle blik hun de medemensen bezien.

De buitenwereld is natuurlijk niet zo vriendelijk. Niet voor niets wordt er in Taxi! verwezen naar de aanslagen op Charlie Hebdo en Bataclan. Maar juist in een wereld van geweld of polarisering of Twitterstormen is het goed dat er ook een andere kant van mensen getoond wordt. Dat doet Aimée de Jongh. Taxi! is zalf voor onze zielen.

Aimée de Jongh – Taxi! Verhalen vanaf de achterbank. Scratch. 98 pagina’s hardcover. € 17,90.