Op ongeveer twee derde van de integrale editie van Berlin schrijft één van de hoofdpersonen een betoog aan zichzelf, waarin hij zich afvraagt of de artikelen die hij schrijft als journalist wel nut hebben, als het Duitse volk er toch voor kiest ze te negeren. De lezer die de ontstaansgeschiedenis van dit 580 pagina’s dikke epos kent, dat zich afspeelt tussen 1928 en 1933, zal zich ongetwijfeld afvragen of schrijver Jason Lutes hier stiekem zelf aan het woord is. Toen Lutes in 1996 met Berlin begon had hij nog maar één boek gemaakt, Jar of Fools, en dat had veel lof geoogst. Aanleiding voor Lutes om zijn pijlen ditmaal hoger te richten. Hij wilde onderzoeken welke maatschappelijke veranderingen het Hitler mogelijk hadden gemaakt om in 1933 aan de macht te komen. Het enige dat hij bij aanvang zeker wist, was dat het ongeveer 600 pagina’s moest gaan beslaan, uitgesmeerd over 24 comics. De eerste bundel verscheen 4 jaar na aanvang, de tweede deed er 8 jaar over en de derde zag pas na 10 jaar het levenslicht. Het werk aan deel drie vorderde zelfs zo traag, dat velen zich afvroegen of het ooit voltooid zou worden. Het gerucht ging dat Jason Lutes depressief was en niks meer uit zijn vingers kreeg. Na jaren van radiostilte pikte Lutes de serie toch weer op en wist begin 2018, met enkele vertragingen, het verhaal te voltooien. Tweeëntwintig jaar na aanvang en in evenzoveel comics. Uit de interviews die volgden, bleek dat Lutes zich verslikt had in de omvang van het project. Hij was halverwege niet meer tevreden met de tekenstijl van de eerste comics en had moeite zich na al die jaren nog te motiveren het verhaal af te maken. Gelukkig heeft hij toch nog een keer de kiezen op elkaar gezet, want Berlin is een magnum opus geworden waar hij trots op mag zijn en de nominatie voor de Eisner Awards 2019 voor de integrale editie (die afgelopen november verscheen) is daarvoor misschien wel het beste bewijs.
Als er iets duidelijk wordt in Berlin, dan is het wel dat de Duitse samenleving zich begin jaren ’30 in een idealistisch vacuüm bevindt. De Eerste Wereldoorlog zit nog vers in het geheugen, de internationale machtsverhoudingen zijn gespannen, het proletariaat eist een volwaardige plek in de samenleving op en de moderne tijd vreet aan traditionele zekerheden. De toekomst is onzeker en niemand weet de oplossing, dus vecht iedereen die niets te verliezen heeft voor zijn of haar politieke ideologie in de hoop op een beter leven. Dat levert in toenemende mate conflicten op, waarbij het er ook steeds harder aan toe gaat. Dat de nazi’s in deze janboel naar boven komen drijven, heeft volgens Lutes een aantal redenen: ze deinzen er niet voor terug zondebokken aan te wijzen en deze alle schuld in de schoenen te schuiven, ze bedienen zich van geweld en doen dat met een vanzelfsprekendheid alsof ze daar het recht toe hebben, ze verwijzen naar traditionele waarden waardoor de bourgeois het gevoel krijgt dat de nazi’s het beste alternatief vormen voor een anderszins onzekere toekomst en met name dit laatste zorgt ervoor dat de politie hun zijde kiest en ze niet zelden hun gewelddadige gang laat gaan. Het is immers een samenleving van rangen en standen en de politie dient de overheid, die bestaat uit conservatieve mannen uit welgestelde gezinnen die geen enkele baat hebben bij verandering.
Zoals gezegd draait het in Berlin om de maatschappelijke omslag die er in 1933 uiteindelijk voor zorgde dat Hitler rijkskanselier werd. Om een goed beeld te krijgen, heeft Lutes ervoor gekozen om een groot aantal hoofdpersonen op te voeren, afkomstig uit verschillende lagen van de bevolking. Zo zien we een kunststudente, een journalist, zijn hoofdredacteur, een adellijke vrouw, een lesbiënne, een arbeider, een alleenstaande vrouw, haar kinderen, een politieman, een joods gezin en een Amerikaanse jazzband met zwarte muzikanten voorbijkomen. Ook de politieke kleur loopt uiteen, van communist, activist, idealist en nazist tot opportunist. Desinteresse zit er ook tussen, al blijkt dat moeilijk vol te houden te zijn. Marthe Müller (kunststudente) en Kurt Severing (journalist) zijn de belangrijkste personages. Ze krijgen de meeste aandacht en zullen in de loop van het verhaal het meest veranderen – zo biedt Lutes enig houvast in de wirwar aan gezichten. Want een wirwar is het soms wel, mede door de tekenstijl.
Jason Lutes tekent in een dunne, klare lijn voorzien van arceringen. Ideaal voor het tekenen van stadstaferelen – Lutes slaagt er dan ook goed in om de tijdgeest te vangen – maar het kent ook een keerzijde: de eerste, pakweg 400 pagina’s zijn zo gedetailleerd dat pagina’s soms moeilijk ‘leesbaar’ zijn. Gezichten (en teksten) kunnen erg priegelig zijn en niet altijd goed uit elkaar te houden. Het feit dat de auteur ondanks het kleinere formaat regelmatig kiest voor vier stroken per pagina in plaats van drie, speelt daarin zeker een rol. Lutes vond dat zelf blijkbaar ook en gaf de tekeningen in de laatste 180 pagina’s gelukkig meer ademruimte.
De zorgvuldigheid waarmee het verhaal verteld wordt zorgt voor een traag tempo. Berlin is daardoor voor mensen met een lange adem. Toch is het die inspanning meer dan waard. Jason Lutes weet zijn kijk op de periode namelijk overtuigend over te brengen op de lezer. De personages voelen levensecht aan, mede doordat Lutes er niet voor schroomt ze ook op hun meest basale, menselijke momenten te laten zien. Daardoor leef je niet alleen intens met iedereen mee, maar snap je ook welke belangen er spelen en waarom elk personage zijn of haar specifieke plek inneemt in dit alles. We kunnen dus zonder aarzelen constateren dat Lutes in zijn opzet is geslaagd: Berlin is een messcherpe analyse en zonder meer het beste (strip)boek voor wie wil snappen hoe en waarom Duitsland tijdens het interbellum veranderde in de natie die Hitler in het zadel hielp.
Jason Lutes – Berlin (integraal). Drawn & Quarterly, 580 pagina’s hardcover. € 49,95.