Strips

Met De weg vindt Larcenet zichzelf voor de zoveelste keer opnieuw uit, in een wereld waarin niets meer is

Strips die zich afspelen in een postapocalyptische wereld volgen vaak hetzelfde patroon. De mensheid moet zien te overleven in een deels onleefbare wereld waarin de beschaving is afgebrokkeld. Onder zware omstandigheden proberen mensen te overleven door nieuwe, primitieve gemeenschappen te stichten. Denk aan klassiekers als Jeremiah, Simon van de Rivier, Nausicaa van de vallei van de wind of recenter nog Gung Ho. Het album De weg van Manu Larcenet breekt met dat patroon. Want wat als er na de apocalyps geen wereld meer is waarin je nog kunt leven? Wat als er domweg niets meer is?

De weg is een bewerking van het gelijknamige boek van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy. De wereld is vernietigd door een niet nader omschreven gebeurtenis. Misschien was het een natuurramp, misschien een allesvernietigende oorlog, het doet er ook niet toe. Alles is weg. Geen planten, geen dieren. Gebouwen zijn vernietigd. Bomen zijn dood. En alles is bedekt onder een dikke laag as.

Ook de lucht is na de ramp bijna niet meer in te ademen. As en roetdeeltjes kleuren alles grijs en houden het zonlicht tegen. In wat nog rest van wat ooit de aarde was, lopen een vader en een zoon almaar naar het zuiden in de hoop dat bij de zee de lucht schoner is en de aanhoudende vrieskou draaglijker. Voor voedsel zijn ze aangewezen op resten die ze nog vinden. Blikvoer, halflege zakken chocoladepoeder die ze vinden op een vuilnisbelt. Verder is er niets. Leegte en schemering.

Maar de vader en de zoon zijn niet de enige overlevenden. Er zijn anderen. En er is kannibalisme. Vader en zoon proberen op hun weg andere overlevenden te ontlopen en mochten ze onverhoopt in hun handen vallen, dan heeft de vader nog een revolver met één kogel. Een kogel die is bedoeld om zijn zoon erger leed te besparen.

Larcenet zet dit verhaal neer in fel realistische tekeningen, waarin hij veel energie heeft gestoken in de gedetailleerde arceringen waarmee hij de dreigende luchten en de lege blikken van de personages weergeeft. In totaal veertien tinten grijs heeft hij gebruikt voor dit album, met af en toe een zweem okergeel of lichtrood. Eigenlijk is er in deze wereld geen kans meer om te overleven, maar de vader weigert de hoop op te geven en wil zijn zoon voorbereiden om te overleven voor als hij er straks zelf niet meer is. Door de slechte lucht hoest hij telkens bloed op.

Larcenet is zo’n auteur die bij elk project een nieuwe weg inslaat. De dagelijkse worsteling was een bitterzoete komedie in karikaturale stijl. Blast was een psychologische zoektocht in de psyche van een moordenaar in een half karikaturale, half realistische stijl. Groepstherapie was dan weer een dolkomische, semi-autobiografische strip waarin hij allerlei karikaturale stijlen met elkaar vermengde en het tweeluik Het verslag van Brodeck was dan weer heel realistisch getekend, maar met personages met typische, grote Larcenet-neuzen.

Dat laatste boek was net als De weg een verstripping van een bestaand boek (van Philippe Claudel). Ook in Het verslag van Brodeck wist Larcenet een constante dreiging op te roepen. Maar het verschil was dat de dreiging daarin bestond uit de voortdurende aanwezigheid van andere mensen, terwijl in De weg juist de afwezigheid voor dreiging zorgt.

In elk album probeert Larcenet zijn grenzen als striptekenaar te verleggen en zichzelf en zijn publiek te verrassen. Met succes. In een recent interview met Stripspeciaalzaak.be vertelde hij dat hij om die reden tien jaar geleden is gestopt met het lezen van andere strips. ,,Ik werd er te veel door beïnvloed. Elke keer dat ik een prima album las, wilde ik hetzelfde doen. Ik heb toen de harde en moeilijke beslissing genomen om niets nieuws meer te lezen en al mijn strips weg te doen. Ik heb enkel nog mijn jeugdcollectie over.’’

Het resultaat van die beslissing is ook terug te lezen in De weg. Het album breekt met veel stripconventies. Er is weinig dialoog, er is geen begin en geen bevredigend einde. De vader is geen goedzak zoals Jeremiah of Simon van de rivier die in een primitieve wereld het goede probeert te doen. Twee jaar werkte Larcenet aan dit album en het waren twee sombere jaren, vertelde hij. En Larcenet kampt al jaren met allerlei demonen, zo liet hij zijn lezer weten in zijn eerdere albums als De dagelijkse worsteling en Groepstherapie. Een paar jaar geleden zat hij enorm in de put toen hij Getijdeland van Mitch Cullin (ook al geen vrolijk boek) wilde verstrippen, maar de uitgeverij hem de rechten niet gaf. Een vriend gaf hem toen het boek van McCarthy om hem ‘op te vrolijken’. Daarna begon hij als een bezetene te tekenen alvorens hij wist of hij dit keer wél de rechten zou krijgen.

Gelukkig is alles goed gekomen, want het resultaat is een sterk album dat overtuigt door een aantal gruwelijke scènes die je als lezer lang nablijven. Doordat Larcenet niet hamert op de gruwelijkheden, maar ze bijna terloops laat zien, zoals de scène waarin andere overlevenden hun ledematen hebben afgekloven, maakt ze des te grimmiger.

Het enige minpuntje aan De weg is dat Larcenet koos het zó fel realistisch te tekenen dat je je als lezer minder betrokken voelt bij de personages dan bijvoorbeeld in Het verslag van Brodeck. Scott McLoud leerde het ons al in Understanding comics: hoe realistischer een gezicht is getekend, hoe minder ruimte er is voor ons als lezer om ons in te leven in het personage.

Neemt niet weg dat De weg een geslaagd album is geworden. Zo’n album dat wanneer je het uit hebt, je even moet bijkomen door het volkomen gebrek aan lichtpuntjes.

In Frankrijk was het album eerder dit jaar een enorme verkoophit en ongetwijfeld zal dat in ons taalgebied niet anders zijn. De weg is een instant klassieker.

Manu Larcenet – De weg. Uitgeverij Dargaud. 160 pagina’s hardcover. € 29,99