In de zee aan albums die tegen het einde van het jaar verschijnen, dreigt er weleens een pareltje te verdrinken wegens gebrek aan aandacht. Dat dreigt Monk te overkomen, een stripbiografie van jazzlegende Thelonious Monk (1917-1982). Tijd om dat recht te zetten.
Biografieën van muzikanten vullen sinds een aantal jaar een flink schap in de boekhandels. Niet al die albums zijn de moeite waard, maar er zijn uitzonderingen en Monk is er daar een van. De Fransman Youssef Daoudi kiest er namelijk voor om geen geijkte levensbeschrijving te brengen, maar om ook te proberen de muziek van Monk te verbeelden. En dat doet hij niet zozeer met plaatjes waarin hij de personages laat swingen, maar met de compositie van het verhaal: al improviserend als een jazz-nummer voert Daoudi de lezer langs een aantal belangrijke gebeurtenissen in Monks leven. Als vanzelf weet hij zo de sfeer van een van Monks befaamde optredens op te roepen. Soms wat nerveus, maar immer ritmisch en pulserend.
In Monk zet Dadoudi de bijzondere vriendschap centraal van Monk met barones Pannonica de Koenigswarter. Alleen al met haar leven zou je een aparte biografie kunnen vullen. Als telg uit het steenrijke bankiersgeslacht Rothschild trouwde ze met een Franse baron, vocht mee tegen het nazi-regime als onder andere ambulancerijder, scheidde na de oorlog en vestigde zich in de Verenigde Staten waar ze zich opwierp als beschermvrouw en mecenas van de nodige jazz-muzikanten, waaronder Thelonious Monk en Charlie Parker.
Monk was een pianist en jazz-pionier die leed aan een hersenaandoening die nooit goed is gediagnostiseerd. Naarmate hij ouder werd, ging hij steeds vreemder gedrag vertonen. Hij was soms langere tijd volledig in zichzelf gekeerd, sprak amper met anderen (tijdens zijn laatste wereldtournee in 1971 sprak hij volgens bassist Al McKibbon gedurende al die tijd letterlijk maar twee woorden), had stemmingswisselingen en ging steeds minder achter zijn piano zitten. De laatste zes jaar van zijn leven werd hij verpleegd door Koenigswarter in haar woning. Hij kwam steeds minder uit bed.
Het is die periode die centraal staat in Dadoudi’s stripbiografie. Monk en Koenigswarter halen allebei herinneringen op. En zoals het gaat met herinneringen, zijn die niet altijd chronologisch en uitputtend maar glijd je van het ene moment naar het andere.
Die aanpak doet Monk goed. Daoudi weet zijn vertelling een kadans mee te geven waarop je als lezer uiteindelijk wordt meegevoerd naar hogere sferen. Dan weer zit je in het hoofd van Thelonious Monk die steeds verder van de realiteit losgezongen lijkt. Dan weer in het hoofd van Pannonica de Koenigswarter die zich nog altijd probeert te ontworstelen aan de verwachtingen die haar familie van haar had. Dadoudi doet dat allemaal in een uitermate losse tekenstijl.
Schrijven over muziek is als dansen op architectuur, zou Monk ooit eens gezegd hebben. Of de uitspraak echt van hem komt, staat niet vast. Maar vast staat wel dat Monks biograaf Dadoudi er aardig in geslaagd is om de kloof tussen beeldverhaal en muziek te dichten.
Youssef Daoudi – Monk. Concerto Books. 348 pagina’s hardcover. € 34,99