Artikelen

De beste strips om in te lijsten: onze redacteuren kiezen hun toppers van 2024

Terugblikken, het hoort bij de decembermaand als een kerstboom. Bij de 9e Kunst stond de boom er kortgeleden nog wat onaangekleed bij en daarom vroegen we alle redacteuren om er vijf sterren in te hangen. U snapt het natuurlijk al: die sterren, dat zijn gewoon de vijf beste strips van het afgelopen jaar.

Dus hieronder weer als vanouds een overzicht van de beste strips, graphic novels, comics, leeswerkjes en wat verder interessant is, op een rijtje gezet door de redacteuren van 9e Kunst. Uiteraard voorzien van een enthousiasmerende uitleg waarom het meer dan de moeite waard is. Handig dus voor iedereen die nog even snel alle goeie strips in huis wil halen, maar daar niet eerst een heel jaar recensies voor wil doorvlooien.

Dit zijn de hoogtepunten van 2024 (en als je op de titels klikt, kom je alsnog bij de recensie).

Wij danken Arold | Comics team Gent | Erik | Eva | GertHans | Jasper | LodeMarc | Marcel | Martijn | Peter | Rik | SiggeStefan | Tamara | Teunis voor al hun noeste arbeid en geweldige bijdragen en in 2024!


Hans van Soest

Terug naar Eden1. Paco Roca – Terug naar Eden (Concerto)

Schitterend portret van Roca’s moeder die opgroeide in de zware jaren na de Spaanse Burgeroorlog onder het Franco-regime waarin ze vooral leerde nederig te zijn. Ontroerend, speels, indringend: Terug naar Eden is alles wat een beeldverhaal kan zijn. Hoogtepunt in Roca’s toch al niet kinderachtige oeuvre. Met afstand het beste wat 2024 bracht.

2. Brecht Evens – De bondgenoten 1 (Oogachtend)

Evens vraagt veel van zijn publiek met zijn nieuwste werk. Zonder enige uitleg vooraf werpt hij je als lezer direct in een wereld van waanzin. Een wereld waarin de jonge Arthur opgroeit. Zijn moeder is overleden en zijn vader is volkomen gestoord. Ze zonderen zich zo veel mogelijk af van de buitenwereld, maar wanneer zijn vader verdwijnt staat Arthur er alleen voor. In kenmerkende Evens-lijnen en kleurvlakken wordt de chaos van het wereldje van vader en zoon op papier gezet. Doorzetten loont: dit eerste deel van een tweeluik wordt op gegeven moment bedwelmend.

3. Andi Watson – De boekentoer (S.)

Kafkaësk verhaal over een schrijver die op signeersessie gaat langs allerlei boekhandels om zijn nieuwste roman te promoten. Niemand komt iets kopen, maar de promotietour wordt wel verlengd. Tegelijkertijd verdwijnen er mensen in de winkels waar hij is geweest. Langzaam weet de hoofdpersoon niet meer wat echt is en wat niet. Auteur Andi Watson weet dit absurdistische verhaal opvallend lichtvoetig te houden. Juist die combinatie maakt dat dit album onder je huid kruipt.

4. Étienne Davodeau – De schele hond (Zet.El)

De laatste jaren maakt Étienne Davodeau vooral héél serieuze boeken. Er was een tijd dat zijn werk nog bruiste van spontaniteit en hij zich minder druk maakte om de diepere boodschap die hij zijn publiek per se wilde meegeven. Uit die tijd stamt het hilarische De schele hond, over een suppoost van het Louvre die de familie van zijn nieuwe vriendin ontmoet. Die willen graag dat een schilderij van opa in het museum komt te hangen. Hoe kom je daar onderuit zonder ruzie?

5. Sarah Pannekoek – Josefien en de wasmachine (Oogachtend)

Auteurs die hun verhalen kunnen vertellen zonder daar tekst voor nodig te hebben, verdienen altijd een plusje. Pannekoek verdient er meerdere. Omdat dit verhaal over alles verzwelgende liefde haar debuut is. Omdat het een bizar verhaal is dat ze toch logisch weet te houden. Omdat ze zowel weet te ontroeren als te amuseren. Meer Pannekoek in 2025 alstublieft!


Marc Bastijns

1. Timothé Le Boucher – De patiënt (Lauwert)

Nadat hij in het Frans al enkele jaren het mooie weer maakt met zijn meeslepende graphic novels, werd dit jaar eindelijk een eerste album van Timothé Le Boucher vertaald naar het Nederlands. Zijn dikke boeken en een toegankelijke tekenstijl passen perfect in het fonds van Lauwert, die die voorzet maar wat vraag binnenkopte met De patiënt. Pierre Grimaud is de enige overlevende van het bloedbad dat zes jaar geleden zijn volledige familie wegnam. Wanneer hij na die zes jaar uit een coma ontwaakt, begint psychologe Anna Kieffer hem van nabij op te volgen en zo meer zicht te krijgen op wat er zich zes jaar geleden afgespeeld heeft. De opbouw van de strip is adembenemend. Wat er werkelijk gebeurd is en wie welke rol in het drama speelde, tolt voortdurend om de lezer heen.

2. Marcos Martin & Ed Brubaker – Friday (Image Comics)

In 2024 rondden schrijver Ed Brubaker en tekenaar Marcos Martin Friday af. Het is een perfecte pageturner voor de donkere najaarsdagen. Friday Fitzgerald loste in haar jeugd samen met Lancelot Jones tal van mysteries en misdaden op in samenwerking met de politie. Wanneer ze verder gaat studeren komt ze na enkele maanden opnieuw naar haar geboortedorp voor de feestdagen. Dan ziet ze ook Lancelot terug, en beginnen er zich tijdens de kerstperiode wel erg vreemde en dramatische gebeurtenissen af te spelen. Het ene mysterie wisselt het andere af in een donker sfeertje dat nergens echt somber wordt. Friday werd opgezet als een young adult-verhaal, maar is perfect genietbaar voor alle leeftijden.

3. Étienne Davodeau – De schele hond (Zet.El)

Eén van de beste strips van 2024 dateert van 2013. Het is te danken aan Zet.El dat dit album alsnog in vertaling kan verschijnen. Het is van de hand van Etienne Davodeau, die al sinds de jaren 90 koppig met one-shots en korte reeksen een trouw publiek bedient. Zijn verhalen zijn nooit spectaculair, maar bulken telkens van de menselijkheid. In De schele hond krijgt de lezer het verhaal van Fabien voorgeschoteld. Hij is suppoost in het Musée du Louvre. Sinds kort heeft Fabien een relatie met Mathilde, en wanneer die hem wil voorstellen aan haar familie, inspireert zijn beroep hen tot een vreemd voorstel. Ze willen dat ‘De schele hond’, een schilderij van hun voorvader Gustave, het tot in het Louvre zou schoppen, als ultieme erkenning van hun voorvader. Absurde humor en warme familiebanden zijn elementen waarmee Étienne Davodeau zijn weg wel weet. De zoektocht van Fabien is een prachtige verademing in de door bandwerk en clichés vaak nog geregeerde stripwereld.

4. Bob Op ‘t Land – Plumbum (eigen beheer)

Sinds enkele jaren brengt Bob Op ‘t Land geregeld stripwerk via kleine boekjes in eigen beheer. Meestal dragen deze boekjes als naam Plumbum. Ook in 2024 verschenen twee deeltjes, nummer 2 en 2.5 in de reeks. Voordien verschenen ook als nummers 1 en 1.5. Het typeert de eigenzinnigheid van de maker. Eigenlijk kan alles aan bod komen in Plumbum. Cartoons, korte verhalen en ook delen van een langere graphic novel waaraan Op ‘t Land werkt. Maar opvallend is de constante kwaliteit van de strips. Bob Op ‘t Land combineert een nauwkeurige zelfanalyse, met zachte humor én helder tekenwerk en maakt zo van Plumbum toch wel één van dé projecten om te volgen in 2025. Vooralsnog is de lezer van zijn werk aangewezen op ‘s mans webshop, maar hopelijk maakt 2025 ook een bredere verspreiding en bekendheid van zijn werk mogelijk.

5. Uli Oesterle – Vatermilch / Le Lait Paternel 2 (Dargaud)

Ruwweg 20 jaar geleden vertaalde Silvester het markante drieluik Hector Umbra van de Duitse stripmaker Uli Oesterle. Sindsdien bleef het erg stil, ook in het Duits. Oesterle liet zich nog opvallen door het ontwerpen van puzzels, maar voor nieuw stripwerk was het wachten tot 2020 wanneer het eerste deel van Vatermilch verscheen, een deels autobiografisch verhaal over de afwezige vader van Oesterle. Na het overlijden van zijn vader ging hij op zoek naar het verhaal van die afwezige man, die toch zo bepalend bleef. In 2022 vertaalde Dargaud het eerste deel als Le lait paternel, en dit jaar pikte ze het recent verschenen tweede deel snel op als Sous la surface. Het is een indrukwekkend portret van zijn vader en de invloed die die persoon op zijn eigen leven gehad heeft en nog steeds heeft. Alles werkt door in families, en Uli Oesterle verwerkt dit persoonlijke verhaal indrukwekkend. Ook grafisch heeft Oesterle sinds Hector Umbra niet stilgezeten en toont hij een prachtige maturiteit in zijn tekenwerk. Laat 2025 het jaar zijn waarin een Nederlandstalige uitgever dit meesterstuk eindelijk oppikt en laat schitteren als de internationale klasse dat het is.


Marcel Ruijters

1. Matthias Lehmann – Chumbo (Casterman)

In een magistrale voorlopig Franstalige pil van 350 pagina’s wordt aan de hand van een familiegeschiedenis de Braziliaanse dictatuur belicht. (Chumbo betekent lood. De jaren van lood, dus.) Lehmann baseerde zich losjes op zijn eigen familie en concentreert zich op twee gefortuneerde broers. Ramires, de rokkenjagende nietsnut, kiest de kant van de fascisten, Severino de linkse journalist moet in de jungle onderduiken, sluit zich aan bij het verzet en ontsnapt ternauwernood aan de folterkamer. Ook in grafische zin geïnspireerd door de rijke Braziliaanse traditie. Verschijnt in 2025 bij Concerto.

2. Olivier Schrauwen – Zondag (Bries)

Een landerige zondag vol niksigheid, levert dat een boek op dat 500 pagina’s spannend blijft? In de handen van een vindingrijke auteur wél! Thibault Schrauwen (de neef van!) verveelt zich stierlijk in afwachting van de terugkeer van zijn vriendin uit Afrika. Hij zou eigenlijk aan de slag moeten, maar hij komt nergens aan toe. Zijn innerlijke monoloog blijft maar doorreutelen, wat af en toe op hilarische manier contrasteert met gebeurtenissen buiten zijn cocon.

3. Diego Agrimeau & Lucas Varela – L’Humain (Dargaud)

Het plan om de aarde in de verre toekomst, na de grote ramp opnieuw met mensen te bevolken gaat mis. Met een troepje behulpzame androïden probeert Robert er wat van te maken, maar door het verlies van zijn geliefde wordt hij krankzinnig en begint hij zich als een sadistische Romeinse keizer te gedragen tegenover de mensapen. Een bijzondere rol is weggelegd voor de androïde met een ‘empathie-chip’. Die zal gaandeweg méér menselijkheid aan de dag leggen. Elegante, prachtig getekende variatie op het bekende Asimov-thema.

4. Joe Ollman – Fictional father (Drawn & Quarterly)

Caleb is een mislukte kunstenaar met een beroemde vader, die decennialang een succesvolle, zoetsappige krantenstrip tekende. Hij kan niet uit diens schaduw treden, maar ook was zijn opvoeding kil en nu worstelt hij dus met verslavingsproblemen en verprutst hij zijn relatie (met een man – zijn geaardheid is géén probleem) Ollman is de Canadese meester van ‘kitchensink realism’. Langzaam verteld, met veel psychologische diepte, somber maar niet zonder hoop.

5. Jason – Good night, Hem (Fantagraphics)

Ernest Hemingway is een mythische figuur en wie zich aan een biografie waagt, stuit vanzelf op vaagheden. Jason mengde dus maar gelijk historie en fictie in een aantal episodes over de schrijver en zijn – kleurrijke – entourage, veelal in Spanje of Frankrijk. Niemand vertelt zo onderkoeld en met zo’n gedistilleerd palet als Jason, maar toch blijft hij op interessante manier variëren. Dit is niet zijn beste boek, maar nog altijd heel goed.


Eva von Stockhausen

Beneath the Trees Where Nobody Sees1. Patrick Horvath – Beneath the trees where nobody sees (IDW)

Beneath the trees where nobody sees is een sprankelend, duister verhaaltje dat je bij blijft. Hoewel de personages antropomorfische diertjes zijn die zo weggelopen lijken uit een kinderboek van Richard Scarry, is het verhaal eerder een cross-over tussen een aflevering van Dexter en een horrorfilm. Als het knusse stadje Woodbrook in korte tijd wordt opgeschrikt door twee moorden, staat het leven van zijn aandoenlijke, aaibare bewoners op zijn kop. Er is een seriemoordenaar actief! Samantha Strong, een pluche teddybeer en pillar of the community, besluit in actie te komen. Zij wil koste wat kost voorkomen dat een klungelige concurrent een licht laat schijnen op haar eigen gruwelijke praktijken.
Schrijver en tekenaar Patrick Horvath heeft een spannende thriller gecreëerd met een eenvoudig maar helder plot dat goed gedoseerd wordt opgediend. En onder alle spanning en moordzucht heeft het verhaal als bonus een diepere laag, die vragen opwerpt. Het feit dat dieren mensen uitbeelden biedt hierbij verduidelijking en zet de zaak op scherp. Want – zo lijkt de auteur te vragen – is wat Samantha doet, haar wrede natuur volgen, zoveel anders dan die aardige mevrouw poes van de slagerij, die bloederige steaks verkoopt aan haar broekjes en boodschappenmandjes dragende buurtjes? Of het feit dat de wilde dieren in het bos (die Samantha’s slachtoffers altijd in een mum van tijd gevonden hebben) de sporen van haar misdaden dankbaar in hun magen laten verdwijnen?

2. Jean-Claude Servais – Fauna en symboliek 2: Koning hert (Dupuis)

Koning Hert is het tweede deel van een reeks gewijd aan dierenmythen, in 2023 verscheen reeds De sluwe vos. In Koning hert presenteert de Belgische schrijver en tekenaar Jean-Claude Servais op zijn eigen, getemporiseerde manier verschillende, met name Europese, legenden waarin de relatie tussen het hert en de mens centraal staat. Hierbij put hij onder meer uit de Bijbel, de Romeinse en de Keltische mythologie. Daarnaast is het boek een modern pleidooi tegen de drijfjacht (‘wildbeheer’), middels een door de auteur zelf gecreëerd verhaal over het adellijke jongetje Edward dat van zijn grootvader niet alleen praktische kennis opdoet over het hert en diens plaats in het bos, maar ook over de spirituele betekenis hiervan. Sommige lezers zullen opa een beetje zweverig vinden en zijn taalgebruik hoogdravend, maar gezien de context (en de ware identiteit van opa, die pas helemaal aan het eind wordt onthuld) is het wel passend. Koning hert is een echte ‘Servais’, met het gebruikelijke rijke lijnenspel, met name in de afbeeldingen van natuur en dier en (historische) architectuur.

3. Aimée de Jongh – Lord of the flies (Scratch)

De roman van William Golding heb ik niet in mijn middelbareschooltijd gelezen, maar eerder dit jaar. Ik weet niet wat ik als zestienjarige van het verhaal gemaakt zou hebben, maar nu was ik diep onder de indruk: van de schrijfstijl van William Golding, van de jonge personages die hij tot leven wekt en de alles-of-nietssituatie waarin zij zich bevinden en die hen tot extreme daden aanzet. Daarom was ik extra nieuwsgierig naar de graphic novel van De Jongh: welke keuzes zou zij maken bij de verstripping van het verhaal?

De Jonghs verbeelding (letterlijk) is minder rauw dan het origineel: zo is het uiterlijk van de personages kinderlijker en minder vuil en verruwd dan in de roman, en komen zaken als de psychopathie en het verraad van sommige personages niet in de stripversie van het verhaal voor, dat hier en daar iets in elkaar geschoven is. Maar alle kernscènes zitten er in; ook die met bloed en geweld. En de wereld die De Jongh creëert, het onbewoonde eiland met zijn overweldigende natuurschoon en zijn uitputtende klimaat, is adembenemend. Met meer dan driehonderd pagina’s moet deze strip een monsterklus geweest zijn, Aimée de Jongh klaarde hem in twee jaar. Ik ben (zoals altijd) benieuwd wat haar volgende project zal zijn.

4. Tyler Crook – The Lonesome Hunters 2: The Wolf Child (Dark Horse)

Toen ik The Lonesome Hunters 1 en 2 eerder dit jaar cadeau kreeg, was ik niet meteen verkocht. Een verhaal over een magisch zwaard dat zowel door een groep dierendemonen als een kerk vol godsdienstwaanzinnigen gezocht wordt; dat klinkt als de gebruikelijke hutspot van quasi-religie en neppaganisme, die je zo vaak in low fantasy vindt. Het verhaal kwam daarbij ook traag op gang. Maar de protagonisten, het puberende weesmeisje Lupe, dat gepreoccupeerd is met de dood en de 126-jarige monsterjager Howard, die vooral levensmoe is, blijken een interessante combinatie. En de wereld waarin zij bewegen is tegelijkertijd prachtig en dreigend (op Youtube zijn video’s te vinden waarin Tyler Crook zijn creatieproces met waterverf, inkt en airbrush laat zien). In deel 2 van de serie krijgt het verhaal vaart, als verschillende partijen op zoek gaan naar het magische zwaard dat ieder voor zich wil claimen. Howard en Lupe hopen het zwaard voor eens en altijd te kunnen gaan vernietigen, maar krijgen autopech nabij een klein stadje. Hier worden zij geconfronteerd met een magische wolf die de omgeving onveilig maakt, daarbij vergezeld door een mysterieus jongetje met een wolvenmasker. The Lonesome Hunters 1 en 2 omvatten beide vier floppy’s. Op Youtube vertelt Tyler Crook dat hij hoopt dat de serie uiteindelijk vierentwintig tot tweeëndertig floppy’s zal beslaan, en ik hoop het inmiddels ook.

5. Marissa Delbressine & Anne Delseit – The Shadow Prophet volume 1 (Carlsen Verlag)

The Shadow Prophet is het verhaal van Itshou, een jonge studente die in een dystopische maatschappij probeert te overleven, nadat een ‘mislukt’ eindexamen en de terugkeer van een oude liefde haar in het vizier van het dictatoriale systeem hebben geplaatst.

Voor wie, zoals ik, sinds 2020 met plezier meeleest met The Shadow Prophet op Webtoons, maar toch liever bladert dan scrolt, is het verhaal er nu ook in boekvorm. De Duitse uitgeverij Carlsen Verlag lanceerde onlangs een mooie uitgave op A5-formaat. Hierbij valt meteen op dat dit verhaal, qua esthetiek en sfeer, op papier even goed tot zijn recht komt als in webtoon-format. De vertaling van het Engels naar het Duits is van coauteur Anne Delseit, en doet natuurlijk aan. Aan alles kun je zien dat de makers al vele jaren met hart en ziel aan dit verhaal werken. Volume 2 is inmiddels in de maak.


Teunis Bunt

1. Aimée de Jongh – Lord of the flies (Scratch)

Ongetwijfeld is Lord of the flies de graphic novel die de meeste publiciteit heeft gekregen, ook buiten de stripwereld. Dat is terecht. Aimée de Jongh maakte een mooie strip van de roman van William Golding, over een groep gestrande jongens op een eiland en van de drama’s waartoe dat leidde. Het boek heeft ook actualiteitswaarde: als we ervaren dat er een monster is, doet het er niet meer toe of dat er werkelijk is. Alleen het narratief al beïnvloedt ons handelen.

2. Erik de Graaf – Mondriaan, een betere wereld (Scratch)

Prachtig uitgegeven graphic novel van Erik de Graaf over het leven van Piet Mondriaan, waarbij er niet alleen aandacht is voor de kunst maar ook voor Mondriaans ideeën en drijfveren. Mooi strak getekend, zoals past bij Mondriaans werk.

3. Damien Marie & Laurent Bonneau – Wie me raakt (Silvester)

Ontroerend verhaal over een man die op een abattoir werkt en een varken redt. Maar ook over de liefde van een vader voor zijn dochtertje en over de kracht van de verbeelding. Over worstelende mensen die moeite hebben grip op hun leven te krijgen of te houden.

4. Grégory Panaccione – Iemand om mee te praten (Lauwert)

Wat gebeurt er met je als je een oud telefoonnummer belt en ineens je vroegere ik aan de lijn krijgt? Het gebeurt Samuel met wie het op dat moment niet zo lekker gaat. Maar tegenover het kind dat je was ben je wel verplicht er het beste van te maken. Dat kind kun je niet behoeden voor verdriet, maar je kunt er wel voor hem zijn. Origineel gegeven, menselijk verhaal.

5. Hub – De slang en de speer 3: Vijf bloemen (Silvester)

Het derde deel van een strip waar het verhaal goed op niveau blijft. In het rijk van de Azteken, vijftiende eeuw, worden de mummies van meisjes gevonden. Twee speurders, met een beladen verleden, gaan op onderzoek uit. Ze zijn elkaar concurrenten, maar worden door de omstandigheden gedwongen samen te werken. Episch verhaal in een wonderlijke wereld.


Erik Ploegmakers

1. Manu Larcenet – De weg (Dargaud)

Wanneer Larcenet een boek verstript, weet je dat je geen lichte kost krijgt. De weg doet recht aan Cormac McCarthy’s meesterwerk, zonder het simpelweg te kopiëren. In een decor bedekt onder aswolken volgen we een vader en zoon, die zich door een stervende wereld slepen. Larcenet zet die sfeer neer met schimmige grijstinten en een minimum aan kleur. Het tekenwerk is verstikkend mooi, zonder ooit overdadig te worden. Geen weelderige overgroeide bossen, maar kaalheid, stilte, en ruïnes. De subtiele brokjes hoop – een blikje frisdrank, een enkele lucifer – zijn net genoeg om door te blijven lezen. Een strip die je bijblijft als een ingesleten herinnering.

2. Didier Convard & Christian Gine – Sneeuw: Integraal (Saga)

De Sneeuw-reeks is sinds de jaren 80 een begrip, en met deze integrale uitgaven kun je opnieuw door de bevroren landschappen struinen. Sneeuw verweeft complexe thema’s als macht, overleven, en solidariteit met actie en avontuur. Maar het zijn de tekeningen die het tot een klassieker maken: iedere sneeuwvlok lijkt doordrenkt van wanhoop. Het is als kijken naar een ijskoude versie van Mad Max, maar dan met complotten en filosofische reflecties erdoorheen. Jammer dat de laatste delen wat aan kracht inboeten, maar dat neemt niet weg dat de reis fenomenaal blijft.

3. Steve Cuzor – De strijd van Henry Fleming (Dupuis)

Cuzor brengt Stephen Crane’s klassieke roman The Red Badge of Courage tot leven in een strip die uit de pagina’s schreeuwt. Je staat naast de jonge Henry Fleming, die droomt van heroïsche daden in de Amerikaanse Burgeroorlog. Dat verandert snel wanneer de eerste kogels langs fluiten en de modder hem om de oren vliegt. Cuzor speelt met perspectief: een moment zit je achter een kanon, het volgende vlucht je met Henry het slagveld af. Het rauwe tekenwerk versterkt de mentale strijd van de jonge soldaat. Een viscerale ervaring die laat zien wat oorlog met mensen doet. 

4. Erik de Graaf – Mondriaan, een betere wereld (Scratch)

De Graaf neemt ons mee in het leven van de Piet Mondriaan, zonder een standaard biografie af te leveren. In plaats daarvan richt hij zich op de gedachten en het creatieve proces van Mondriaan. De strakke lijnen en kleuren van Mondriaans werk vinden hun weerspiegeling in de sobere maar effectieve tekeningen. Het boek is meditatief; je mag zelf even in Mondriaans hoofd wonen. Door het ontbreken van bombast of drama is Mondriaan een stille kracht, precies zoals de kunst van de schilder zelf. Het is meer een wandeling door iemands denkwereld dan een meeslepend verhaal en dat werkt hier perfect.

5. Timothé Le Boucher – De patiënt (Lauwert)

De patiënt is een psychologische thriller waar je niet zomaar doorheen raast. Pierre Grimaud ontwaakt na zes jaar uit een coma, maar de herinneringen aan de tragedie die hem daar bracht, blijven wazig. Het verhaal speelt slim met perspectief en geheugen, waardoor je als lezer continu op het verkeerde been staat. Elk stukje informatie voelt als een puzzelstuk, pas op het einde zie je het hele plaatje. Le Boucher’s stijl – minimalistisch en toch intens – past perfect bij de desoriënterende toon van het verhaal.

6. Audrey Spiry – In stilte (Concerto)

Zelden is stilte zo luidruchtig als in dit visuele spektakel. In stilte is niet zozeer een verhaal, maar een zintuiglijke ervaring. Spiry’s tekeningen bewegen, pulseren bijna, en elke bladzijde lijkt met geluid gevuld te zijn. De combinatie van abstracte kunst en een intiem verhaal over relaties maakt dit een unieke stripervaring. Het boek leest als een poëtische meditatie: je kunt het in één keer uitlezen, maar het is beter om er langzaam doorheen te dwalen.

7. Etienne Davodeau – Loire (Concerto)

Een boek zo mooi dat het voelt alsof je de rivier zelf bewandelt. Davodeau schildert de Loire met liefde en oog voor detail. Het verhaal – over een man die geconfronteerd wordt met zijn verleden en dat van een verloren geliefde – is niet Davodeau’s sterkste werk, maar de tekeningen maken dat ruimschoots goed. Elk paneel straalt nostalgie en melancholie uit. Loire graaft niet diep, maar is prachtig als visueel gedicht.

Speciale vermelding: Voldongen (Concerto)

Een jaarlijst voor 2024 is niet compleet zonder een buiging voor Voldongen, het magistrale eerbetoon aan het werk van Peter van Dongen. Een liefdevol samengestelde tijdcapsule, waarin de essentie van Van Dongen’s oeuvre wordt gevierd. Elk detail, van de selectie tot de presentatie, straalt vakmanschap uit. Je waant je al bladerend in het atelier van de meester zelf, met een bijna tastbare bewondering voor zijn penvoering en sfeer. Wees gewaarschuwd: wie dit boek openslaat, belandt al snel diep in het universum van Van Dongen. Je verliest je urenlang in zijn wereld, maar wat een heerlijk risico om te nemen.

Speciale vermelding 2: Bill Watterson’s terugkeer

Al bijna een jaar zit ik met dit eigenaardige boekje in mijn maag; het blijft me fascineren. Bill Watterson, de meester achter Calvin & Hobbes, maakt met The Mysteries een comeback die net zo mysterieus is als zijn vertrek uit de stripwereld. Zonder de making-of video zou het misschien niet dezelfde impact hebben gehad, maar juist die blik achter de schermen tilt het werk naar een intrigerend niveau. Het resultaat is magisch hybride: een boek dat zowel kinderen meevoert naar droomwerelden als volwassenen uitdaagt om opnieuw met verwondering te kijken. Een sprookjesachtig kunstwerk waar je steeds naar terug blijft grijpen.


Tamara Ansing

1. Aimée de Jongh – Lord of the flies (Scratch)

Een kleine blik in de keuken van 9e Kunst: de redacteuren weten over het algemeen niet van elkaar welke strips er op de eindejaarslijstjes terechtkomen. Daardoor is het voor de rest voor ons ook altijd spannend om te zien welke strips het gehaald hebben. Toch durf ik zonder voorkennis en met volle zekerheid te zeggen dat Aimée de Jongh met Lord of the flies op een groot deel van de eindejaarslijstjes op 9e Kunst is verschenen. Want wát een prestatie! Waarbij sommige literaire adaptaties te veel op tekst leunen, weet De Jongh de balans tussen tekst en illustratie perfect te vangen. Een masterclass in strips.

2. Manu Larcenet – De weg (Dargaud)

Op dezelfde avond dat ik Lord of the flies las, besloot ik ook om De weg te lezen. Het werd daardoor niet de gezelligste avond van het jaar, maar wel een hele memorabele. De weg is van alle strips die ik dit jaar heb gelezen, de strip die het meeste indruk heeft gemaakt. Ik kan niet aan de strip denken zonder flitsen van de gruwelijke, inktzwarte tekeningen te zien. Een strip waarvan ik blij ben dat ik die heb gelezen en na het lezen onmiddellijk een plekje op deze lijst heeft bemachtigd, maar die ik door de naargeestigheid van het verhaal voorlopig niet opnieuw kan lezen.

3. Clover – Pia and the little tiny things (Hiveworks)

Soms kom je een strip tegen waar je gewoon zo’n klik mee hebt dat je daar altijd weer naar terugkeert. Dit jaar keerde ik specifiek elke dinsdag en donderdag terug naar de webcomic Pia and the little tiny things voor een nieuwe pagina. Het verhaal volgt Pia, een Brusselse gamedesigner die een huis op het Franse platteland van haar oma heeft geërfd en haar plek in deze nieuwe, soms vijandelijke omgeving moet zien te vinden. Een heerlijk getekende strip over found family, insecten en alle grootse kleine dingen in het leven.

4. Erik de Graaf – Mondriaan, een betere wereld (Scratch)

Met alle biografieën over (Nederlandse) kunstenaars die de laatste tien jaar verschenen zijn, is het een raadsel waarom er nog niet eerder een over Mondriaan is verschenen. Gelukkig is dat gat nu opgevuld met een steengoed boek die de potentie heeft om Mondriaan en zijn werk toegankelijker te maken voor het grotere publiek. Wat mij betreft een topprestatie.

5. Yukinobu Tatsu – DANDADAN ( Viz Media)

Dit jaar waren er strips die kunstzinniger waren, meer introspectie te bieden hadden of simpelweg “beter” waren dan DANDADAN. Maar er zijn weinig strips die ik dit jaar met zoveel plezier heb gelezen. En dat verdient een plekje.

En dan nog een paar bonustitels:

Diverse auteurs – Dit lichaam van ons (Loopvis)

Er worden steeds meer anthologieën in Nederland gemaakt, maar er zijn maar een beperkt aantal hiervan die daadwerkelijk bij een uitgeverij terechtkomen. Dit lichaam van ons is daar de uitzondering op. Het boekje bevat negen compleet vrijgelaten makers die op hun eigen manier invulling aan het thema “queerness” geven. Het resultaat is een collectie van op uiteenlopende strips, van kunstzinnig en filosoferend, tot pulpy en pornografisch. De geleverde strips zijn allemaal kwalitatief hoog en hoewel niet alles naar mijn smaak is, zou het Nederlandse striplandschap er niet minder om worden als er meer van dit soort projecten zouden verschijnen.

Bob op ‘t Land – Plumbum 2.5 (eigen beheer)

Bob op ‘t Land deelt al een aantal jaren zijn eigen versie van een autobiografische strip met de rest van de wereld. Zijn recentste strip, Frost Hammer (uitgegeven als Plumbum 2.5), gaat over zijn eerste maanden als vader. Het is een humoristische blik op de pieken en dalen van het jonge ouderschap. Goudeerlijk en persoonlijk. Het is lastig om te moeten wachten op de volgende Plumbum.


Stefan Nieuwenhuis

1. Jean-Marc Rochette – De laatste koningin (Concerto)

Urgente en meeslepende graphic novel die leest als een pleidooi om beter voor de aarde te zorgen. Rochette maakte een indrukwekkende, gelaagde natuurvertelling over de laatste beer uit de zuidelijke Alpen. In alle rust wordt de lezer verteld hoe de mens de confrontatie met de natuur verliest, maar het tegenovergestelde denkt.

2. Grégory Panaccione  – Iemand om mee te praten (Lauwert)

Iemand om mee te praten, naar de roman van Cyril Massarotto, is een herkenbaar verhaal over idealen, dromen en geluk, in een aanstekelijke en expressieve tekenstijl. De vastgelopen dertiger Samuel Verdi belt op een zwak moment het telefoonnummer van zijn ouderlijk huis, uit zijn jeugd. Hij krijgt een jongetje aan de lijn: de tienjarige Samuel Verdi. Samen trekken ze Samuels leven weer vlot.

3. B Carrot – Uitweg (Oogachtend)

In haar graphic novel Uitweg vertelt de sociaal betrokken stripmaker B. Carrot het aangrijpende verhaal van een jonge Poolse vrouw die voor abortus kiest. Alleen: in Polen beslissen politici daarover. Via via komt deze Magda in contact met het Collectief Abortus Netwerk Amsterdam (ANA). Het kleurgebruik is uitgekiend en slim: het ondersteunt het verhaal, dat beslist een plek verdient in de canon van relevante strips.

4. Jan Vriends – De kosmonaut (Scratch)

2024 was het jaar van Jan Vriends. De stripmaker die vooral bekend is van de strips uit meidenblad Tina (Roos Vink en Tina zelf) werd de derde Stripmaker des Vaderlands, voor een periode van drie jaar, en zag zijn graphic novel De kosmonaut bekroond worden met de Willy Vandersteenprijs, de belangrijkste onderscheiding voor een stripalbum. En terecht: de strip is een totaal vertederend ruimtesprookje over een kosmonaut die uit de baan vliegt. Deze Vladimir Vasiljevitsj wordt verliefd, belandt pardoes in een wereld die de zijne niet is en neemt het leven zoals het is. Het is een empathisch verhaal dat bescheidenheid en vriendelijkheid viert. Dat voel je. Wie goed leest, ziet dat geen enkel figuurtje (bij)bedoelingen heeft, anders dan volkomen positieve. En toch gaat Vriends de grote vragen van het leven bepaald niet uit de weg. Schitterend.

5. Julia Wertz – Onmogelijke mensen (Scratch)

Twee flessen wijn per dag en toch redelijk normaal functioneren als stripmaker. In haar bij vlagen hilarische autobiografische memoir vertelt de Amerikaanse Julia Wertz over haar leven, haar strijd tegen de drank en hoe ze daarna zichzelf ontdekte. Dat doet ze met zelfspot en mildheid: hardop lachen.

Plus een paar niet te missen ex-aequo’s:

Kevin Huizenga – Curses (Drawn & Quarterly)

Dit jaar verscheen een uitgebreidere, herziene versie van Curses, een verzameling korte verhalen van de excentrieke Amerikaanse stripmaker Kevin Huizenga die oorspronkelijk in 2006 verscheen. Via de onderkoelde piekeraar Glenn Ganges, stripfiguur tegen wil en dank, leren we over de systemen die ten grondslag liggen aan ons leven en onze emoties. Soms bizar of filosofisch, maar altijd boeiend. De extra katern achterin het boek werpt een mooi licht op het scheppingsproces.

Luigi Critone & Gipi – Aldobrando (Lauwert)

Schitterend sprookje met fantasy-elementen over een jongeling met een rein hart, die de problemen van een koninkrijk in verval moet oplossen.

Maurice Vellekoop – I am so glad we had this time together (Random House)

Geweldige autobiografische gay musical in stripvorm, over opkomen voor jezelf en je weg vinden als levenskunstenaar en stripauteur.

Samir Dahmani – Seoul before sunrise (Humanoids)

Prachtig en emotioneel verhaal over verdriet, twijfel en vriendschap, dat speelt in het geaquarelleerde nachtleven van Seoul.


Sigge Stegeman

1. Joe Sparrow – Cuckoo (Shortbox)

De Britse Joe Sparrow is de beste illustrator waar je nog nooit van gehoord hebt. Heel af en toe maakt hij een strip en dan is het gelijk raak. Dorothy is getuige van een neerstortende komeet, maar als ze hem wil oppakken ontplooit hij zich tot een robot. Hij raakt haar aan en daarop heeft ze de meest trippy ervaring ooit. Vanaf dat moment verandert haar leven volledig. Cuckoo is sciencefiction met een ziel, maar ook een van de meest spectaculair getekende en ingekleurde verhalen van het afgelopen jaar. Niet meer verkrijgbaar, want uitgeverij Shortbox is inmiddels gestopt, dus welke avontuurlijke Nederlandstalige uitgeverij pakt deze titel op?

2. Paco Roca – Terug naar Eden (Concerto)

Na een ode aan zijn vader maakte Paco Roca ook een boek over zijn moeder. La casa was vooral feel-good, maar met Terug naar Eden tapt Roca uit een heel ander vaatje, namelijk het lot van een republikeinse (dus linkse) familie vlak na de Spaanse burgeroorlog. Het resultaat is indrukwekkend en mintens zo goed. Roca toont zich wederom een meesterlijk verteller met een ingenieus verhaal dat telkens weer bij dezelfde foto uitkomt en de lezer zo steeds meer inzicht biedt en elke keer meer compassie oproept.

3. Dan Abnett & Ian Culbard – Wild’s End (BOOM! Comics)

Deze integrale uitgave laat je de strip lezen zoals hij was bedoeld: in één adem. Abnett schrijft de ultieme pastiche aan War of the Worlds, met een doortimmerd verhaal dat zich vermomt als pulp, maar ondertussen heel wat meer te bieden heeft. Buitengewoon sfeervol dankzij de Britse dialecten en de bedrieglijk simpele, maar o zo rake tekeningen van Ian Culbard.

4. Gégory Panaccione – Iemand om mee te praten (Lauwert)

Mijn nummer 2 in 2021 – toen in het Frans – mag er ook dit jaar bij. Als hij 35 wordt, beseft Samuel dat zijn leven is vastgelopen. In een opwelling belt hij het nummer van wat eens zijn ouderlijk huis was. Er wordt opgenomen door hemzelf, maar dan als 10-jarig jongetje. Samuel probeert zijn jongere alter-ego voor de fouten te behoeden die hij ooit maakte, maar verandert zelf nog veel meer. Eenvoudig gegeven briljant uitgewerkt, naar de roman van Cyril Massarotto, door de tekenaar van Een oceaan vol liefde.

5. Manu Larcenet – De weg (Dargaud)

Wederom bewijst Larcenet met een verhaal dat zo zwart is als steenkool – naar het werk van Cormac McCarthy – dat hij een van de beste stripmakers van dit moment is (en dat de beste man bepaald geen feestneus is). De ellende wordt zo breeduit in beeld gebracht dat het op momenten gewoon onaangenaam is om te lezen. Indrukwekkend, meesterlijk verteld en voorzien van weliswaar gruwelijke, maar tevens oogstrelende tekeningen.

Eervolle vermeldingen zijn er allereerst voor Uitweg van B. Carrot (Oogachtend) die met haar tweede graphic novel laat zien dat ze een van de beste Nederlandse stripmakers is van dit moment. Bescheidener qua afmetingen, maar getuigend van minstens zoveel talent, is Plumbum #2 van de onvolprezen Bob Op ’t Land, superster in wording. Wie ook niet mag ontbreken is Tobi Dahmen die met zijn nieuwste baksteen Columbusstraße (Carlsen verlag) over het dagelijkse leven van zijn Duitse familie tijdens WO II, momenteel terecht hoge ogen gooit in zijn geboorteland. Uit een heel ander vaatje tapt Atsushi Kaneko die met de serie Search & Destroy Osamu Tezuka’s verhaal Dororo op geslaagde wijze omwerkt naar een cyberpunk-versie die het midden houdt tussen Battle Angel Alita, het werk van Paul Pope en een Wordt Vervolgd Roman. En tenslotte Kapitaal & ideologie (De Geus), een familiekroniek van Claire Alet en Benjamin Adam waarin ze de theorieën van Thomas Piketty uitleggen (en waar ik de lettering voor heb mogen doen). Likkebaardend mooi en vaardig uitgevoerde (non-)fictie over economie, kapitalisme en belasting betalen.


Gert Olthuis

1. Olivier Schrauwen – Zondag (Bries)

Veruit het meest fascinerende boek dat ik dit jaar las. Oh boy, wat een hallucinante strip is dit, deze vuistdikke, minutieuze reconstructie van een zondag. We volgen het doen en laten van Thibault zowat van minuut tot minuut, van wakker worden tot slapen gaan. Hij zuipt, blowt, fantaseert en nikst zich door de dag. In de kaders volgen we wat Thibault doet, maar ook hoe zijn vriendin zich voorbereidt op haar thuisreis vanuit Afrika, hoe zijn neef een welkom thuis feestje voor haar regelt, en hoe zijn buurvrouw bakkeleit met haar man over een pan eten. En bijna elk kader bevat een box waarin we de gedachten lezen die Thibault op dat moment heeft. Fantastisch vormgegeven, werkelijk briljant verteld.

2. B. Carrot – Uitweg (Oogachtend)

Sociaal bewogen graphic novel over een niet alledaags onderwerp: abortus. Maar eigenlijk een boek dat inzicht geeft in hoe het lichaam van vrouwen al sinds mensenheugenis een politiek strijdtoneel vormt. En hoe onrechtvaardig dat is. Uitweg volgt het verhaal van de Poolse Magda die in de proloog van het boek met haar zus in de auto stapt om in Nederland een abortus te ondergaan. Die mogelijkheid is er in Polen niet. ‘Mijn lichaam, mijn keus!’, gilt Magda op een Warschau’s plein aan het slot van het boek. B. Carrot laat in dit boek kraakhelder zien dat het persoonlijke politiek is. Ook anno 2024.

3. Aimée de Jongh – Lord of the flies (Scratch)

Een adembenemend mooie en intense adaptatie van de klassieke roman van Golding uit 1954. Het verhaal is bekend. Je zou haast zeggen: wie heeft het niet gelezen? Als geen ander laat De Jongh zien hoe krachtig het medium strip is. Ze revitaliseert het decennia oude boek van Golding over de dunne grenzen tussen beschaving, macht en geweld tot een kleurrijke pageturner. Een must-read over hoe de duistere kant (of kern?) van de mens zich openbaart in een groep jochies op een prachtig getekend tropisch eiland.

4. Denise Dorrance – Polar vortex. A family memoir (The Experiment)

Een autobiografisch verhaal waarin Denise Dorrance van Londen naar haar geboortegrond in Iowa terugkeert uit zorg voor haar kwetsbare moeder. Een zogenaamde polar vortex blaast ijskoude poollucht en ladingen sneeuw over het land. Dorrance vertelt meeslepend, creatief en met humor. En met een kritische blik op de VS en haar gezondheidszorg.

5. Manu Larcenet – De weg (Dargaud)

Subliem getekende bewerking van een roman van Cormac McCarthy. Vader en zoon bewegen zich op weg door een postapocalyptische wereld. Er is voortdurend dreiging, de ontberingen zijn talrijk. De wanhoop is vaak voelbaar, de wil om samen te overleven ook. De virtuoze zwart-wit tekeningen zijn precies en spectaculair en laten weinig aan de verbeelding over. Niet een boek om in een adem uit te lezen.


Peter Moerenhout

1. Max Fiumara & Rick Remender – Sacrificers (Image comics)

Rick Remender is één van de beste scenaristen die rondloopt in de wereld van Engelstalige comics. Zo. Bovendien kiest hij er al een tiental jaren resoluut voor om geen superheldenstrips te schrijven voor de grote uitgeverijen, maar om zijn eigen originele verhalen uit te werken. Dat heeft massa’s voordelen. Remender heeft complete intellectuele vrijheid. Eén van de belangrijkste dingen die daaruit voortvloeien is dat hij ervoor kiest om afgeronde verhalen te maken en geen series die jarenlang blijven doormelken.
Sacrificers is een fantasy reeks met allerlei tot de verbeelding sprekende vreemde wezens, goden, magische koninkrijken en al wat men maar van fantasy kan verwachten. In de kern gaat het verhaal echter over arm en rijk. De plot volgt vele personages, maar de twee belangrijkste komen uit de onder- en bovenlaag van de maatschappij. Remender haalt hen beiden zwaar door de mangel, maar terwijl hij enorme belangrijke maatschappelijke thema’s aansnijdt, zoomt hij ook in op de hyperpersoonlijke emoties en beleving van zijn personages. Daardoor komt zijn boodschap des te harder binnen. De tekeningen van Max Fiumara (en gasttekenaars) zijn bovendien nog eens stuk voor stuk pareltjes. Remender bracht nog enkele andere prachtreeksen ter wereld in 2024, maar deze steekt daar nog eens met kop en schouders bovenuit.

2. Joshua Hixson & James Tynion IV – The deviant (Image comics)

Ik begon me pas dit jaar te verdiepen in het werk van scenarist James Tynion IV. De man duikt al geruime tijd af en toe op mijn radar op. Ik begon dit jaar met The nice house on the lake en heb intussen ongeveer de helft van Tynions oeuvre tot mij kunnen nemen. Daar zat geen enkele stinker tussen, maar voor het gemak heb ik er The deviant uitgepikt. Dat wordt immers een afgerond verhaal waarvan in februari het negende en laatste deeltje van verschijnt. Niet lang daarna volgt vrijwel zeker ook een mooie bundeling.
The deviant gaat over Michael, een jonge schrijver, die een strip wil maken over de Deviant Killer een seriemoordenaar die vijftig jaar geleden twee jongetjes doodde. Hij bezoekt de man in de gevangenis en merkt al snel dat niets is wat het lijkt. Intussen worden er opnieuw moorden gepleegd volgens dezelfde modus operandi en alles wijst erop dat Michael daar iets mee te maken heeft. De plot en de sfeer doen denken aan het beste van Manhunter en Silence of the lambs, maar Tynion speelt ook met thema’s als gender, seksualiteit en de vooroordelen daarover, vroeger en nu. De tekeningen van Joshua Hixson zijn sfeervol en creepy en sluiten naadloos aan op wat het verhaal nodig heeft.

3. Mike Henderson, Greg Rucka & Eric Trautman – Forged (Image comics)

Greg Rucka en Eric Trautman schreven een pracht van een sciencefictionserie voor tekenaar Mike Henderson. Henderson heeft een zeer energetische en heldere stijl die volledig tot zijn recht komt in de actiescènes die deze space opera, bovendien uitgegeven op groot magazineformaat, rijk is.
Duizenden jaren in de toekomst wordt de mensheid geleid door een keizerin die alwetend en almachtig is. Haar leger bestaat uit eenheden van Forged, klonen van de keizerin die allemaal licht van haar verschillen en hun eigen talenten en specialiteiten hebben. Belangrijker nog: ze hebben hun eigen mecha suite waarin het oogstrelend mooi vechten is. Het verhaal volgt één van die eenheden die op een geheime missie een ontdekking doet die gigantische gevolgen zal hebben voor het intergalactische keizerrijk. Bovendien lijkt het alsof één van de toekomstvoorspelsters van de keizerin een complot voorbereidt en begint de omnipotente keizerin zich steeds meer als een verwend kind te gedragen. Mysterie alom! Met tal van extraatjes in tekstvorm: uittreksels uit geschiedenisboeken, religieuze geschriften, militaire rapporten, persoonlijke correspondentie en dergelijke meer doen de makers van deze reeks op indrukwekkende wijze aan worldbuilding. Het zijn echter de perfect uitgewerkte personages die maken dat dit één van de beste en explosiefste series was die ik in 2024 las.

4. Steven Dhondt & David Boriau – Wanted, Het bloedportret (Standaard uitgeverij)

David Boriau verhoorde onze gebeden en schreef voor Steven Dhondt een scenario voor een westernstrip. De man maakt handig gebruik van de clichés van het genre, maar geeft er een eigen twist aan door niet voor de hand liggende, originele personages aan het verhaal toe te voegen. Dull, een jonge Cheyenne met talent voor het tekenen van wanted posters, zijn mentor Oscar en de zwarte premiejaagster Silent Rose slaan de handen ineen om een geheimzinnige schurk op te pakken. De strip zit vol vaart en goed geregisseerde actie, zonder dat de karakterontwikkeling daaronder leidt. En dan die tekeningen van Dhondt! Expressief, maar toch gritty, levendig en vol spanning. Dhondt maakt al jarenlang prachtig werk maar lijkt toch onder de radar van het grote publiek te blijven. We hopen dat deze strip daar verandering in brengt. De makers hebben op handige wijze ook de deur op een kier gelaten voor een mogelijk vervolg. Dat zou er bij ons ingaan als zoete koek. Er zijn uiteraard heel wat goede strips verschenen in ons taalgebied, maar ik pik deze er graag nog eens uit, omdat het een buitenbeentje is dat alle aandacht verdient.

5. Kristof Spaey & Bart Vaessen – Anders: Onthuld (KSbooks)

Zo ook Anders van Kristof Spaey en Bart Vaessen. Kristof Spaey is een begrip in de Nederlandstalige stripwereld. Daarom is het des te spijtiger dat de man al tien jaar geen strip meer uitbracht. Hij verblijdde ons wel met twee prachtige fotomagazines en zijn Fake Vintage Book Covers, maar toch sloeg ons striphartje een slag over toen hij een (uiterst succesvolle) crowdfunding campagne lanceerde om het eerste deel van zijn Young Adult superheldenstrip Anders, opnieuw uit te brengen in een (enorm) uitgebreide versie. Van deze strip, op scenario van Bart (W817, Quiz Me Quick en héél veel meer) Vaessen verschenen ooit twee deeltjes en toen werd het stil. Spaey en Vaessen lanceren de reeks nu opnieuw in een prachtige softcover die de eerdere twee deeltje bevat en die uitgebreid werd met nog bijna evenveel extra strippagina’s. Het verhaal, over superhelden in Leuven, is een masterclass voor dialoogschrijvers (u weet wel: ons stok- dan wel paradepaardje), is grappig en swingt als een tiet. Bovendien heeft Spaey nog nooit zo goed getekend. Met zijn vloeiende klare lijn werk kan hij concurreren met de besten in het vak. Wereldwijd, bedoelen we dan. Er wordt intussen al hard gewerkt aan het volgende deel. Het woord “reikhalzend” volstaat bij deze niet om de mate waarin we daarnaar uitkijken te omschrijven. Het zal hard zoeken zijn naar een betere strip voor onder de kerstboom voor die speciale YA in uw leven.


Rik Sanders

1. Pedro Rodríguez, Iñaki San Román & Álvaro Velasco – Oude beloften (Dark Dragon Books)

Meesterlijke strip over een weinig scrupuleuze voetbalmakelaar die over zijn datum lijkt te zijn en pas laat oog krijgt voor zijn talentvolle dochter. Het scenario is van Iñaki San Román en Álvaro Velasco; het strakke tekenwerk van Pedro Rodríguez. Oude beloften is een toonbeeld van een nieuwe generatie voetbalstrips die verder reikt dan avonturen met wondersloffen.

2. Christophe Bec & Carlos Puerta – De nieuwe avonturen van Bruce J. Hawker 1: Het oog van het moeras (Lombard) en Fred Duval & Corentin Rouge – Thorgal Saga 2: Wendigo (Lombard)

Kan de traditionele avonturenstrip nog verrassen? Jazeker! Zie de terugkeer na 28 jaar van de verdoemde luitenant-ter-zee Bruce J. Hawker, bedacht door William Vance (Bruno Brazil, XIII). Deze maritieme avonturenstrip, zich afspelend rond 1800 waarbij Hawker in dienst is van de Britse marine, ligt nu in handen van het duo Christophe Bec (tekst) en Carlos Puerta (tekeningen). Zij laten Hawker en consorten in dit tweeluik terechtkomen in een helse zoektocht naar een Tempeliers-schat. Het duistere, schilderachtige, haast fotorealistische tekenwerk van Puerta is fraai. In een rustig tempo met veel dialogen en oog voor detail wordt het spectaculaire avontuur uit de doeken gedaan.
Of neem het tweede deel Wendigo in de buitencategorie-reeks van Thorgal: een indrukwekkende vertelling van zo’n 120 pagina’s. Onze Vikingheld belandt na de Grote Oversteek in een mythische strijd tussen twee inheemse volkeren. Het tekenwerk van Corentin Rouge is adembenemend; het scenario van Fred Duval ‘goddelijk’.

3. Gummbah – Met Wim Kut naar Italië (De Harmonie)

In deze woke-tijden (alhoewel?) mag Gummbah nog steeds een paar keer per week zijn onnavolgbare grappen in onder meer De Volkskrant etaleren. Gelukkig maar! Ook deze bundel staat weer vol ongemakkelijkheden, zachtjes uitgedrukt. Het zou overigens mooi zijn als uitgeverij De Harmonie een keer een ‘integrale Gummbah-uitgave’ over moderne kunst zou uitbrengen. Want, zoals een museumbezoeker in een cartoon in deze uitgave constateerde bij een aanblik ervan: ‘En dan te bedenken dat we amper 40.000 jaar geleden nog buffels in grotten stonden te schilderen.’

4. Igor Kordey & Darko Macan – Texas Kid, mijn broer (Silvester)

De Kroatische tekenaar Igor Kordey kennen we als tekenaar van de rauwe, bevreemdende (want ook karikaturale) westernstrip Marshal Bass. Dit jaar verscheen bij uitgeverij Silvester ook de one-shot Texas Kid, mijn broer. Een fascinerende grafische roman over oorlog, agressie en geweld waarbij een stripheld onaangekondigd in het leven van de tekenaar verschijnt, tegen de achtergrond van een moeizame vader/zoon-relatie. Het scenario is van Darko Macan.

5. Teresa Radice en Stefano Turconi – De dames van de Pillar To Post 2: Lizzie (Hum!)

Spin-off in kleur van het meesterlijk-poëtische De verboden haven van het Italiaanse echtpaar Teresa Radice en Stefano Turconi over een bordeel voor zeelieden in Plymouth. Dit tweede deel is zachtmoedig van aard. Voor het populaire meisje-van-plezier Lizzie wacht, ondanks tegenwerking, een mooie toekomst. Fijn Italiaans beeldverhaal.

6. Miel Vandepitte – Dystopolis (Scratch)

Intrigerende sciencefiction-strip van Miel Vandepitte die doet denken aan de klassieker Ravian & Laureline, maar dan grimmiger. Het futuristische verhaal speelt zich af in Dystopolis, de laatste stad op aarde, geteisterd door vuilniszakkenregen, terroriserende bendes én de Kannibaal. Een paar dapperen proberen het tij te keren. Met een prachtige uitslaander (uit te klappen pagina’s).


Martijn Daalder

1. Erik de Graaf – Mondriaan, een betere wereld (Scratch)

Het meesterwerk van 2024. Een stripbiografie van Mondriaan die in alles de perfectie nadert. Een kalm scenario dat eerst durft te focussen op één periode in het leven van de kunstenaar, dan de diepte in gaat – en tenslotte de opwinding van door Mondriaan wel gevoelde, maar nooit voluit beleefde naoorlogse bevrijding en boogiewoogie voelbaar maakt. Had ik al gezegd dat vorm en inhoud elkaar fenomenaal aanvullen – nou, bij deze dan.

2. Jean-Marc Rochette – De laatste koningin (Concerto) en Julia Wertz – Onmogelijke mensen (Scratch) en Paco Roca – Terug naar Eden (Concerto)

In de categorie: gelukkig vertaald. Drie boeken waarvan we over een paar jaar misschien zeggen: absolute klassiekers. Jean-Marc Rochettes sombere, sobere en verpletterende ode aan de berg. Misschien is de natuur wel beter af zonder ons. Misschien, maar dan had de mismaakte veteraan ook de tragische liefde niet gekend. Julia Wertz aangrijpende onderzoek naar zichzelf en haar zucht naar de alcohol. En Paco Roca duikt alweer in het verleden en geeft ons de biografie van een vrouw zoals zoveel vrouwen in een misogyn, beklemmend Franquistisch Spanje. Gelukkig vertaald. Gaat nu iemand het complete werk van Pierre-Henry Gomont uitgeven? Wordt wel tijd, ja!

3. Fred Simon en Matz – De Grizzly 1: Een enorme rotzooi (Lauwert)

Meer onverdunde pret heb ik dit jaar niet bij een boek gehad. Klassieker? Misschien niet, maar wat een vakmanschap, wat een ode aan de Franse policier én de Waalse politiestrip. Melville en Tillieux zullen in hun graf glimlachen bij het verhaal van de ruw behaarde bolster in een fijn Parijs’ gangsterdrama.

4. Jopodepodcast #25 – Mat Schifferstein

Mat Schifferstein staat centraal in deze podcast. Een even standvastig als bescheiden boegbeeld van het beeldverhaal. Compromisloos gaat hij voor zijn auteurs. Met zijn compagnon Peter Kuipers de drijvende kracht achter Sherpa. En wat een fonds heeft hij opgebouwd. We kijken terug en nog een beetje vooruit. Jeroen Vullings, Marc Brouwer en ik konden met Mat een bitterzoete podcast maken over dat wat gaat en dat wat blijft. Dank je wel, Mat. (En wil jij misschien Pierre-Henry Gomont integraal uitgeven?)

5. Stripdagen Haarlem

Bloed, zweet en tranen (dank je wel Erik, Ron en zoveel anderen) maar achteraf was het toch een hoogte­punt.  We hebben een feestje met en voor elkaar mogen geven. En als de voortekenen niet bedriegen komt het terug in de Haarlemse Koepel. Dan is het pas echt gelukt.


COMICS team van de Universiteit Gent

Maaheen Ahmed, Lou Braibant, Kin Wai Chu, Caelan Demaziere, Manuela Di Franco, Felipe Muhr en Eva Van de Wiele

1. Marta Cunill – Les merveilles (Bang éditions)

Deze Franse vertaling van een Spaanse kinderstrip (2023) zal in de smaak vallen bij de milieubewuste lezer. In een grijze wereld, ontdaan van alle flora, trachten elfjes de wereld te redden met hun licht. Zij gaan een moeizame strijd aan met de uitlaatgassen en met politici die enkel op economische groei uit zijn. Cunills werk staat dit jaar op de lijst Sélection Jeunesse van het stripfestival in Angoulême.

2. Hippolyte – Le murmur de la mer (Les Arènes)

Uiterst ontroerend, krachtig stuk stripjournalistiek dat de maanden vastlegt die de kunstenaar doorbracht op de Ocean Viking, die werden onderbroken door de pandemie. Gevoelige, zorgvuldige lijnen en kleuren schilderen de dagelijkse inspanningen en obstakels van de humanitaire organisatie, het emotionele zwoegen en de zeldzame momenten van respijt en hoop.

3. Dominique Goblet & Kai Pfeiffer – Le jardin des candidats (FRMK)

Een vervolg op Plus si entente (FRMK 2014), speels rijk in zijn parodie op moderne liefde en genderdynamiek. Krijgt een driedimensionaal karakter in de vorm van keramiek van beide auteurs, tentoongesteld als installatie tijdens de Dominique Goblet tentoonstelling in het Cartoon Museum in Basel.

4. Brecht Evens – De bondgenoten 1 (Oogachtend)

Met het eerste deel van De bondgenoten brengt Evens een wild, fantasierijk verhaal aangevuld met ongebreidelde kunst. Het werk volgt een zeer ongebruikelijke vader-zoonrelatie, terwijl ze een alternatieve realiteit opbouwen, soms samen, soms apart. Op de lijst Sélection officielle van het stripfestival in Angoulême.

5. Floor Denil – Arlo (Pelckmans)

Arlo is een van die verhalen die je verstomd achterlaat. Met een luchtige, bijna simplistische tekenstijl worden zeer zware thema’s, zoals verlies, trauma en rouw aangereikt. Het is een beeldverhaal waarvan niemand wil dat het bestaat, maar net daarom juist broodnodig is om taboes te doorbreken. Een krachtig boek dat troost en perspectief kan bieden aan groot en klein. Nu in derde herziene druk heruitgegeven, van het oorspronkelijke werk uit 2020.

6. Zerocalcare – Quando muori resta a me (Bao Publishing)

In dit persoonlijke werk spoort Zerocalcare (pseudoniem van Michele Rech) in zijn familiegeschiedenis naar de voorouderlijke schuld die teruggaat tot de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast verkent Zerocalcare oprecht en scherp het leven van millennials in een boek dat de grenzen overstijgt: historisch drama, thriller en horror. Met zijn unieke vermogen om een balans te vinden tussen humor en zware thema’s als verlies, verantwoordelijkheid en existentiële angst, maakte Zerocalcare een zowel erg specifieke als universeel herkenbare strip.

7. Fieldexplores – Gator days (webcomic, via Reddit en Bluesky)

In deze simpele webcomics, gepubliceerd op Reddit en Bluesky, geeft Fieldexplores in vier plaatjes het dagelijkse leven weer van een kleurrijke cast van antropomorfe personages. Vaak bieden de strips een humoristische kijk op herkenbare zaken uit het dagelijkse leven en de maatschappij, maar die humor wordt ook af en toe vergezeld van of afgewisseld met verrassend diepgaande en serieuze elementen.

8. Bhanu Pratap – Cutting season (Fantagraphics)

In deze verzameling korte verhalen vat Pratap pijnlijk verwarde personages in hun dagelijks leven. Metamorfe lichamen dwalen door steriele ruimtes, keuken en rigoureus eendimensionale interieurs, onderbroken door schaarse monologen en gewaagde overgangen. Pratap’s hyper gefocuste tekeningen van elastisch vlees voelen tegelijkertijd monumentaal en intiem, vuil en vlekkeloos aan.

9. Pen So – Dali Liberia (Pen So Artlab)

100 jaar na The Surrealist Manifesto vangt de nieuwste graphic novel van Pen So, artieste uit Hong Kong, aan met de problemen van boekhandelaar Babo. Babo blijkt een mysterieuze kracht van Salvador Dalí te hebben gekregen. Hij besluit zijn surrealistische kracht te gebruiken om meer mensen weer te laten houden van het lezen van gedrukte boeken.

10. Jian-Xin Zhou – The drifting chronicles (Slowork Publishing)

Dit verhaal mengt geschiedenis met virtuele realiteit. De protagonisten varen over de Tamsui-rivier in Taiwan om een tijdreis van 400 jaar te maken, van 1582 tot 1983, waarbij ze getuige zijn van vijf historische gebeurtenissen met behulp van AI-tools. Tijdens het proces onthullen de protagonisten hun redenen om onderzoek te doen naar de geschiedenis van Tamsui en hun identiteit.

11. Jamada Murasaki – Second hand love (Drawn & Quarterly)

Dit is de eerste Engelse vertaling van twee verhalen uit de jaren 80 van Yamada Murasaki, een unieke vrouwelijke stem binnen het experimentele en door mannen gedomineerde Japanse mangatijdschrift Garo. Met snelle lijnen die elkaar nauwelijks raken, biedt Yamada een intiem perspectief op twee vrouwen die de complexiteit van affaires en familiegeheimen moeten doorstaan. Beddenlakens, alcohol, sigaretten en zonovergoten slaapkamers die op het punt staan te vervagen, vormen het decor voor scherpe observaties over verlangen, begeerte, onbeantwoorde liefde en de valkuilen van een verbintenis.

(vertaling Eva Van de Wiele)


Jasper Rietman

1. Aimée de Jongh – Lord of the flies (Scratch) & Manu Larcenet – De weg (Dargaud)

2024 gaf ons niet één, maar twee dystopische literatuurverstrippingen, beide ook nog eens fenomenaal tekenwerk, daarom leek een gedeelde plek me passend. Aimée de Jongh sprak al vaak over haar wens om ooit eens een stripversie van de Britse klassieker Lord of the flies te maken en maakt dit jaar alle verwachtingen waar. Heerlijk vlot getekend en met prettig warm kleurgebruik. Larcenet levert met De weg een adaptatie af die recht doet aan het extreem sombere, troosteloze bronmateriaal. Prachtig krasserig, monochroom tekenwerk met zo heel af en toe een zweem van kleur.

2. Peter van Dongen – Voldongen (Concerto)

Een loodzwaar koffietafelboek, bijna 300 pagina’s gevuld met vier decennia werk van een van de beste levende Nederlandse tekenaars. De soms fors opgeblazen schetsen en lijntekeningen geven een fascinerend inkijkje in zijn werkwijze. Zou als studiemateriaal verplichte kost moeten zijn voor alle Nederlandse striptekenaars.

3. McSweeney’s #71 – The monstrous and the terrible (McSweeney’s)

De 71e editie van het Amerikaanse literaire magazine McSweeney’s verscheen eigenlijk eind 2023, maar ik las ‘m voornamelijk dit jaar, daarom dus hier op de lijst. McSweeney’s staat bekend om haar telkens weer compleet andere, avontuurlijke vormgeving, waarbij tekst, illustratie en beeld op verrassende wijze worden gecombineerd. Deze editie, met het thema horror, is werkelijk een pareltje. De drie (!) in elkaar geplaatste slipcases laten elk een laagje van hetzelfde monsterlijke figuur zien. Binnenin vinden we uiteindelijk een prachtig, in leer gebonden boek. Brian Evenson, meester van het korte, surrealistische horrorverhaal, is gasthoofdredacteur en de door hem geselecteerde verhalen krijgen elk hun eigen titelpagina, typografisch geïllustreerd door stripmaker en illustrator Jesse Jacobs. Een grafisch hoogstandje.

4. Color Grey Games –  The case of the golden idol / The rise of the golden idol (Playstack & Netflix Games)

De in 2022 uitgebrachte computergame The case of the golden idol kreeg in 2024 een zo mogelijk nog beter vervolg: The rise of the golden idol. Het idee blijft hetzelfde: aan de hand van een serie prachtig geïllustreerde tableaus proberen spelers een aantal absurde moorden op te lossen, zaken die qua complexiteit steeds verder oplopen. De aan oude point-and-click adventures denkende pixel art van het origineel is voor het vervolg vervangen door iets gedetailleerder, maar nog steeds licht vervreemdend, cartoonesk illustratiewerk. Een aanrader voor wie wel eens wil zien hoe tekst en beeld op een andere, interactieve manier ingezet en gecombineerd kunnen worden.

5. Hayao Miyazaki – The boy and the heron (Studio Ghibli)

De inmiddels toch al een tijdje gepensioneerde Hayao Miyazaki kwam, niet voor het eerst, terug om opnieuw te laten zien waarom hij de onbetwiste animatiegrootmeester is. The boy and the heron is niet zijn beste film, maar de creativiteit en fantasie van Miyazaki blijven ongeëvenaard.


Arold Roestenburg

1. Max Fiumara & Rick Remender – The Sacrificers (Image comics)

Na het afronden van zijn langlopende reeksen Deadly Class, Black Science, en Seven To Eternity had Remender kunnen kiezen voor het grote geld: een aanbod van Marvel lag op tafel om terug te keren naar X-Men. Maar Remender is en blijft een punker van de oude stempel dus hij blijft volop inzetten op zijn eigen creaties met The Sacrificers als meest in het oog springende titel. Net als Seven To Eternity en Low is dit opnieuw een science-fiction epos waarbij Remender dit keer het klassieke verhaal van Romeo & Julia mixt met Dune en Game of Throne waardige intriges. Boeiend om te lezen en echt weggeblazen te worden door het tekenwerk van Fiumara.

2. Patrick Horvath – Beneath the trees where nobody sees (IDW)

Een comic (https://9ekunst.nl/2024/11/08/hoe-schijn-kan-bedriegen-in-beneath-the-trees-where-nobody-sees/) met een totaal andere stijl, geschreven en getekend door een debutant. Uitgeverij IDW deed het afgelopen jaar wat de ‘grote 2’ Marvel en DC niet deden: volop inzetten op nieuw talent om te verrassen. En dat lukt Horvath met zijn op het oog lieflijk aandoende moordmysterie in de geest van Dexter.

3. Ben Steinbeck – Our bones dust (Image comics)

Waarschijnlijk bij veel mensen onder de radar gebleven en dat is jammer. Deze comic getekend en geschreven door Ben Steinbeck, vooral bekend als tekenaar van diverse Hellboy comics, is namelijk een van de weinig in 2024 geschreven Amerikaanse titels die probeert in de voetsporen te treden van de grote Moebius. Daarbij gaat Steinbeck ook veel meer uit van zijn kracht als tekenaar dan die van schrijver. Our bonus dust bevat veel prachtige panelen en heel weinig dialoog. Het is echt alsof je een vreemde planeet bezoekt waar je de taal niet machtig bent en je vooral afhankelijk bent van wat je ziet.

4. Jason Aaron – Ghostrider omnibus (Marvel)

Ver voor Aaron begon aan zijn lange, grensverleggende reeks Thor comics, mocht hij bij Marvel zijn klasse bewijzen met Ghostrider. En dat deed hij met verve zo getuige deze omnibus die dit jaar eindelijk herdrukt is. Aaron geeft het karakter Ghostrider diepte, maar weet ook de figuranten om hem heen veel meer smoel te geven. De broedertwist die de essentie vormt van deze omnibus had zo uit de bijbel kunnen komen.

5. James Tynion & Fernando Blanco – W0rldtr33 vol 2 :// network (Image comics)

Cyberpunk op zijn best. Tynion en Blanco hebben een wereld gecreëerd waarin de duistere kant van het internet alles op alles zet om door te breken in de realiteit, daarbij wordt het tegengehouden door een vriendengroep die elkaar na jaren terugziet en een doortastende agent van de Amerikaanse overheid. Ondertussen spelen er ook nog diverse zakelijke belangen en biedt W0rldtr33 een zeer vertekende, bizarre spiegel op de op dit moment gaande samensmelting tussen techmiljardairs en overheden.


Lode Goukens

1. Michaël Olbrechts – Stoker (Daedalus)

Stoker, een stripverhaal over een illegale jeneverstoker en dranksmokkel, is niet beter of mooier of vindingrijker dan bijvoorbeeld Medea dat de Griekse mythologie herneemt of Wagners Nalatenschap in dit lijstje. Stoker staat op één omwille van zijn charme. De personages zijn charmant en de rare relaties tussen de personages zijn charmant. Deze gehele eigen toon en dynamiek is bijzonder prettig. De gelaatsuitdrukkingen van de protagonisten zijn werkelijk prachtig.
Michaël Olbrechts tekent met sprezzatura, een soort losse stijl die veel weg heeft van vluchtige schetsen. Het is een tekenstijl die in één keer op het papier gegooid lijkt. Dat laatste is natuurlijk schijn, maar dat is juist waarom sprezzatura zo moeilijk is. Dat wisten de Italiaanse schilders al die dweepten met het concept.

2. Fred Simon & Matz – De Grizzly, een enorme rotzooi (Lauwert)

Met De Grizzly een enorme rotzooi verscheen bij Lauwert één van de beste Franse strips van 2023. Een stripverhaal dat in oorspronkelijke Franse versie voor weinig Nederlandstaligen bereikbaar was door de argot, het dialect of sociolect van de Franse onderwereld in de jaren 1960. Bekend van iconische films zoals Touchez pas au grisbi met de legendarische acteur Jean Gabin. Filmliefhebbers zullen duimen en vingers aflikken bij dit prachtig uitgegeven album. In het bijzonder liefhebbers van Franse misdaadfilms.
Het verhaal is mooi opgebouwd en zit degelijk in elkaar. De spanningsboog klopt gewoon. De zwarte humor is goed gedoseerd. De tekeningen zijn prachtig (enkel al omwille van de auto’s loont het de moeite) en visueel is alles om duimen en vingers af te likken. Tel daarbij de goede dialogen en dat alles levert een album op dat staat als een huis (om het met een huizenhoog cliché te zeggen). En laat (gangster)clichés nu net het thema van het album zijn.

3. Stephen Desberg & Emilio Van der Zuiden – Wagners Nalatenschap (Silvester)

Het poëtische en tegelijk keiharde Wagners Nalatenschap springt qua tekeningen een beetje uit boven de rest. Het is een dramatisch verhaal over een gepassioneerde en verboden liefde. Wat dat betreft bijzonder Wagneriaans. Het album gaat ook over het werk van Richard Wagner. Die laatste was de lievelingscomponist van Adolf Hitler.
Het liefdesverhaal gaat over een operazangeres genaamd Anja Silja en Wieland, de kleinzoon van de componist en een voormalig beschermeling van de Führer. Het verhaal is losjes gebaseerd op ware feiten rond het Bayreuth muziektheaterfestival.
Winifred, de schoondochter van Richard Wagner heeft vanwege haar nazisympathie de organisatie van het festival moeten overdragen aan haar zonen Wieland en Wolfgang. Achter de schermen blijft ze aan de touwtjes trekken en omringt zich met een kliek oude nazi’s. Die conservatieve elite steekt hun heimwee naar het Derde Rijk niet onder stoelen of banken. Dat botst uiteraard met het verliefde paar Anja en Wieland. Wieland wil de muziek van zijn grootvader Richard Wagner weer leven inblazen.
De strip geeft een mooi beeld van Duitsland 1961 versus de jaren 1930. Een beetje gechargeerd misschien, maar interessant voor wie meegaat in het verhaal.

4. Sylvain Vallée & Jacky Schwartzmann – Habemus Bastard (Dargaud)

Een kleine crimineel begaat een verschrikkelijke stommiteit en duikt onder als pastoor in een uithoek van Frankrijk. De tragikomische verwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op. Dit alles in een flamboyante semi-realistische tekenstijl. Een stripverhaal dat doet denken aan films van Quentin Tarantino. Misschien zelfs beter?
Dit eerste deel (het tweede deel verschijnt eind dit jaar) is een plezier voor liefhebbers van misdaadstrips en zwarte humor. Het feit dat het verhaal ondanks het helse tempo eigenlijk rustig voortkabbelt en de hoofdintrige nauwelijks opschiet, is een goede grap van de makers. Dat zijn de vondsten voor de fijnproevers. Andere gags zijn minder subtiel. Kortom, een aanrader.

5. Nancy Peña & Blandine Le Callet – Medea De schaduw van Hekate (Lauwert)

Eigenlijk is dit een fabuleus mooie strip van 2013 die liep tot 2019. De vier delen verschijnen eindelijk in Nederlandse vertaling. De tekenstijl en het ontbreken van lijnen rond de vakjes doet aan als een kinderboek. Schijn bedriegt. Bijzonder interessant is ook de coming of age insteek.
Medea is een personage uit de Griekse mythologie. Bekend van beroemde of beruchte theaterversies in de Griekse, Latijnse en Franse literatuur. Medea is in de wereldliteratuur de wraaklustige vrouw die haar kinderen vermoord. Al bleek uit een in 2004 teruggevonden andere Griekse versie in het Louvre dit niet in elke versie van het toneelstuk het geval.
De achterflaptekst vat het samen: “Medea de schandalige. Medea de heks, de moordenares. Medea, het monster. Dat is wat ze over mij zeggen. Mensen willen alleen onthouden wat hen uitkomt. Te midden van deze vernietigende stemmen is het tijd voor mij om mijn eigen stem te laten horen. Tijd voor mij om mijn verhaal te vertellen. Om het eindelijk recht te zetten.”