14582585.pdf
Strips

Met Het schriktribunaal bewijst Harry Dickson een retroreeks voor fijnproevers te zijn

Met deel twee van de nieuwe Harry Dickson-reeks van Dupuis staat een mooie nieuwe reeks op poten. Een complexloos retro-album dat visueel en verhalend de sfeer en verhalen van Jean Ray weet te treffen. Het is een hedendaags stripverhaal, maar trouw aan het genre en het universum dat de Vlaamse schrijver Jean Ray spon rond zijn Amerikaanse protagonist Sherlock Holmes.

De tekenaar is de Italiaan Onofrio Catacchio (1964), bekend van de Italiaanse cultstrip Stella Rossa uit de jaren 1990. Catacchio voelt zich goed thuis in het universum van het fantastische en het misdaadverhaal uit het interbellum. Qua tekenstijl is het belangrijk om zijn Pollock Confidential: A Graphic Novel te vermelden. Die grafische roman loont zeker de moeite en dan vooral omdat hij die tekenstijl voortzet in deze Harry Dickson-stripverhalen.

De scenaristen zijn de Franse journalist/regisseur Doug Headline (1962) en de Belgisch-Italiaanse Luana Vergari (1976). Headline is het pseudoniem van Tristan Manchette. Dat is het vermelden waard, want zijn vader was de Franse schrijver van politieromans Jean-Patrick Manchette (1942-1995). Headline werkte eerder met striptekenaars zoals Chaland en Cabanes. Dat mag verrassen. De verdienste daarvan ligt grotendeels bij uitgeverij Dupuis die het team samenbracht. Het was een gedurfd project, maar het resultaat is zeer geslaagd. Om dat allemaal te begrijpen is voor de Nederlandstalige lezer wel wat context noodzakelijk. Harry Dickson is immers een Franstalig fenomeen dat zich niet zo eenvoudig laat uitleggen.

Harry Dickson le Sherlock Holmes américain is een reeks van 105 politieromans van meestal amper negentig bladzijden met veel elementen van fantasy en horror. De verhalen werden geschreven door de Vlaamse auteur Raymond De Kremer (1887-1964), als Jean Ray. Dat was het pseudoniem voor zijn Franstalig werk, voor zijn Nederlandstalig werk gebruikte hij het pseudoniem John Flanders. Zijn bekendste roman is Malpertuis uit 1955 dat werd verfilmd door Harry Kümmel met Orson Welles in 1972).

Jean Ray geldt als de meester van de fantastische literatuur in Frankrijk. Hij was een broodschrijver met een enorme productie: vooral pulpliteratuur, maar ook klassiekers. Voor veel Fransen steekt de Harry Dickson-reeks er bovenuit, niet dat die nog veel gelezen worden overigens. Oorspronkelijk verschenen de romannetjes bij de Waalse uitgeverij Marabout uit Verviers. Dat was een uitgever van zakboekjes en voornamelijk sensationele stationslectuur. Ondertussen is Marabout opgekocht door het Franse uitgeefconcern Hachette. Deze Harry Dickson-boekjes van pakweg 100 pagina’s zijn nog wel te koop.

Nu waren niet alle stripadaptaties een succes. De reeks van dertien albums door scenarist Richard D. Nolane en tekenaar Olivier Roman uit de jaren 1992-2009 is niet bepaald een hoogvlieger. Toch waren er twee iconische stripreeksen die wel een hele generatie hielpen het Harry Dickson-universum te herontdekken. Ten eerste de prachtige reeks door de Brusselse striptekenaar Pascal J. Zanon en uitgever/scenarist Christian Vanderhaeghe. Die reeks deed dat in ware Edgar P. Jacobs-stijl. Niet toevallig want de scenario’s van Jacobs bespelen dezelfde thema’s als de romans van Jean Ray. De reeks was een hommage aan Jean Ray én aan Edgar Pierre Jacobs. Tussen 1986 en 2014 verschenen negen albums.

De tweede reeks die rond dezelfde tijd verscheen, is geen adaptatie van Jean Ray, maar een soort hommage. De reeks Dick Hérrison door Didier Savard is een ronduit briljante reeks die door de slepende ziekte van Savard qua tekenwerk verminderde, maar zeker niet qua scenario’s en sfeerschepping. De detective heeft de kenmerkende pijp en regenjas, maar is geen Amerikaan zoals Harry Dickson. De sidekick Jérome Doutendieu is een soort Tom Wills. Hérrison woont in de rue Jean Ray te Parijs. Als er dringend één integrale in het Nederlands moet verschijnen is het wel de Dick Hérrison-reeks verschenen bij Dargaud (ze mogen me altijd bellen om de laatste nooit verschenen albums in het Nederlands te vertalen).

Met dus minstens twee topreeksen om zich mee te meten en een bijbehorend verwachtingspatroon qua verhalen en vooral sfeer, legde Dupuis de lat erg hoog voor Catacchio, Headline en Vergari. Het moet gezegd dfat ze bepaald niet onder de lat door sprongen. Zoals eerder aangehaald zet Catacchio zijn tekenstijl van Pollock verder. Dat laatste is ook zeer goed te merken aan de découpage. De indeling van de platen of pagina’s in vakjes. Die varieert tussen drie en vier stroken met voor elk hoofdstuk (jawel een strip met hoofdstukken) een prachtige sfeerpagina met bedrukking tot op de snee van het papier. Dus met een visueel spel tussen vakjes (cases) en delen zonder vakjes.

De tekstballonnen zijn klein en niet overladen met tekst. De dialogen conform het genre en de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, zo rond 1930. De motoriek en mimiek van de personages is natuurlijk en consistent. De perspectieven soms bijzonder inventief en de auto’s en gebouwen bijvoorbeeld zeer realistisch en bijzonder geslaagd. De tekenstijl houdt het midden tussen de Amerikaanse realistische strip van de jaren 1940 en de moderne Franse realistische strip. Dikwijls herinnert de tekenstijl aan bepaalde Italiaanse realistische strips uit de jaren 1980. De inkleuring van Hiroyuki Ooshima is sober, sfeervol en retro.

Samengevat: Harry Dickson door Catacchio is een fijne retro-stripreeks die met veel zorg is gemaakt. De auteurs hebben de sfeer en de toon perfect getroffen. Het leesritme is hedendaags net als de drukkwaliteit, inkleuring en opmaak. Wat dat leesritme betreft, speelt het scenaristen-team wellicht een grote rol. Eén van de struikelblokken bij stripadaptaties is immers het verdelen in platen, stroken en vakjes van een verhaal. In dit geval een oude misdaadroman van voor de tijd van de cynische Amerikaanse hard-boiled detectives uit de jaren 1940.

De lezer denkt nu: ‘en wat met de samenvatting van het verhaal?’ Helaas, die krijgt u hier niet. U zult het moeten stellen met wat de flaptekst geeft: een miljonair met gruwelijke nachtmerries, een legendarische detective en een meedogenloze crimineel kruisen elkaars pad. Vaste ingrediënten bij Jean Ray. Geen spoilers, maar wel één kleine boodschap. Ze houden vast aan de ernst en vooroordelen van het origineel. Dit album is een genrestukje, een visueel en narratief heerlijk stukje ouderwets escapisme. Een verademing na sommige recente albums uit de reeks Blake en Mortimer. Verwacht dus geen postmoderne metahumor, ironie of knipogen. Hoewel we daar ontzettende fan van zijn, hebben we dat hier totaal niet gemist.

Onofrio Catanacchio, Doug Headline & Luana Vergari – Harry Dickson 2: Het schriktribunaal. Dupuis. 64 pagina’s. € 9,99.